Economie

’Sociaal overleg lastig na uitbreiding EU’

Het worden spannende tijden voor de sociale verhoudingen in Europa. Met volgend jaar tien nieuwe, voornamelijk voormalige Oostbloklanden, EU-lidstaten erbij wordt het lastig om nog afspraken te maken tussen politiek, werkgevers en vakbonden in de ’Europese polder’. „Zonder minimumnormen voor arbeidstijden en uitzendwerk nu duidelijk vast te hebben gesteld, wordt het straks een soort wildwest.”

Door Sentina van der Meer, ANP
28 May 2003 13:43Gewijzigd op 14 November 2020 00:20

Dat zei FNV-jurist Catelene Passchier woensdag voorafgaand aan haar verkiezing tot bestuurder voor het Europees Verbond van Vakverenigingen (EVV). Het is voor het eerst dat een Nederlander doordringt tot het dagelijks bestuur van het Europees vakverbond. Passchier zit in haar nieuwe functie als onderhandelaar aan tafel met werkgevers, maar dan op Europees niveau.

Volgens haar oefent de Europese Unie (EU) momenteel vaak onvoldoende druk uit op werkgevers en vakbonden om resultaten te bereiken op sociaal beleid. „Dat is de zwakke plek van Europa”, aldus Passchier. „Minimumnormen voor bijvoorbeeld arbeidstijden en uitzendwerk zijn van groot belang om grenzen te stellen aan de vrije markt. Dat bedrijven in het ene land niet met ondernemingen in andere landen kunnen concurreren op de arbeidsvoorwaarden van hun werknemers.”

In Europa ligt al jaren een Arbeidstijdenrichtlijn die voorschrijft dat de werkweek van medewerkers in de EU in principe niet langer dan 48 uur mag zijn. „De onderhandelingen over uitzendwerk zijn echter vastgelopen en het wordt straks nog moeilijker met de nieuwe EU-landen erbij. Met de uitbreiding naar Oost-Europa wordt het gevaar groter dat allerlei vormen van grensoverschrijdend uitzendwerk in een schemergebied ontstaan, waarin werknemers worden uitgebuit.”

Bij het Europees Parlement is een ontwerprichtlijn over de rechten van uitzendkrachten in behandeling. Werkgeversorganisaties en vakbonden hebben eerst geprobeerd op Europees niveau daarover een akkoord te sluiten, maar dat is mislukt. De EU-ministerraad buigt zich deze zomer over de richtlijn, die is geïnspireerd op de Nederlandse Wet flexibiliteit en zekerheid. Daarin hebben uitzendkrachten in principe recht op hetzelfde loon als vaste werknemers, tenzij in een CAO is geregeld dat ervan mag worden afgeweken.

Passchier was als FNV-bestuurder nauw betrokken bij de onderhandelingen over de Wet flex- en zekerheid met werkgevers in Nederland, maar ook bij Europese onderhandelingen over dit onderwerp.

Onderhandelen in Europa is andere koek dan in Nederland: „Je moet rekening houden met de problemen van de afzonderlijke landen.” Zo stuit volgens Passchier de ontwerprichtlijn voor uitzendwerk vooral op tegenstand bij de Britten en de Duitsers. In het Verenigd Koninkrijk gelden nu nauwelijks regels voor uitzendwerk. Duitse werkgevers en werknemers proberen nu weliswaar hun starre stelsel meer flexibel te maken in ruil voor een beter beloning van de uitzendkrachten. „Maar het lijkt erop dat Duitsland de besluitvorming in Europa blokkeert, zolang zij er zelf niet uit zijn.”

Verder zijn de sociale partners volgens Passchier afhankelijk van politieke druk die wordt uitgeoefend. „Werkgevers en bonden moeten er wel belang bij hebben om afspraken te maken”, meent de toekomstige EVV-onderhandelaar.

Zij wijst erop dat vanuit politiek Den Haag regelmatig tegen de sociale partners wordt gezegd: Als jullie geen oplossing voor de WAO, uitzendwerk of loonontwikkeling zoeken, dan doen wij het wel. „En het is aantrekkelijker zelf betrokken te zijn bij het oplossen van vraagstukken dan wanneer anderen dat voor jou doen. In Europa werkt dat precies hetzelfde.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer