Ware vrijheid kent haar grenzen
Berooft een christelijke opvoeding kinderen van hun vrijheid?
Kinderen van christenen zitten opgesloten in een gevangenis. Het wordt tijd dat ze bevrijd worden. Je sluit toch je kinderen niet op in het scheppingsgeloof? En waarom lezen christenen hun kinderen niet voor uit boeken waarin een hele wereld van geesten ter sprake komt? Om dan nog maar niet te spreken over opvoeding en onderwijs waarin het begrip ”zonde” een belangrijke plaats heeft. Iedere keer weer zijn er dergelijke geluiden te horen die stellen dat christelijke ouders en in het verlengde daarvan de christelijke school en de kerk kinderen hun vrijheid onthouden.
Bovendien beroven christenen volgens deze critici ook anderen dan hun kinderen van hun vrijheid. Ze willen immers anderen verbieden te leven als homoseksueel, ze willen vrouwen het recht onthouden abortus te plegen en ontzeggen mensen het recht een eind aan hun leven te maken.
Het is nuttig om eens na te gaan wat zulke critici dan zelf onder vrijheid verstaan. Dat moet een bijzondere vrijheid zijn, als die ertoe moet leiden dat christenen bepaalde opvattingen niet meer aan hun kinderen mogen voorhouden.
Het probleem is dat we zijn gaan geloven in vrijheid als de afwezigheid van welke grens dan ook. Vrijheid van meningsuiting betekent dat je alles moet kunnen zeggen wat je zelf wilt. Vrijheid is pas echt vrijheid wanneer er sprake is van een onbeperkte zelfontplooiing. Je moet gewoon kunnen doen waar je zelf zin in hebt en daarbij door niets en niemand gehinderd worden.
Hoe kan het dan dat tegelijkertijd de vrijheid van godsdienst en de vrijheid van onderwijs aan banden worden gelegd? Dat is inderdaad een innerlijke tegenstrijdigheid in het denken van hen die ”vrijheid” in hun levensvaandel of politieke vlag hebben staan. Het verraadt dat zich iets anders achter deze invulling van het woord vrijheid verstopt heeft.
Hierboven is al een paar keer het woord ”zelf” gebruikt. Het is allereerst het persoonlijke ”ik” dat geen grenzen tolereert en de lakens wil uitdelen. Maar dreigender wordt het wanneer er sprake is van een ”collectief ik”, waarmee al die personen een vuist gaan vormen om vrijheid te bevechten. Dat collectief is de vuist van de vrijheid die als een dictator iedereen zijn vrijheid ontzegt die ook maar iets in de weg legt.
Vis in het water
Wat te zeggen van een dergelijke opvatting?
- Het is een onzinnige opvatting van vrijheid. Niemand vindt het toch normaal dat een schoolklas als een ”collectief ik” zich de vrijheid veroorlooft om te doen waar de leerlingen zelf zin in hebben? Niemand zal toch de leerkracht ervan beschuldigen dat hij anderen van vrijheid berooft door hen dingen te verbieden? Vrijheid kan per definitie nooit grenzeloos zijn.
Het is een onnatuurlijke opvatting van vrijheid. Een vis in het water leeft binnen grenzen. Niemand kan serieus menen dat vissen van hun grenzen verlost moeten worden en eindelijk ook eens op het land moeten kunnen leven. Er zijn grenzen die we wel moeten respecteren. Er blijkt een noodzaak te zijn om te leven overeenkomstig je bestemming.
Het is een onbarmhartige opvatting van vrijheid. Je moet het met deze vrijheid eens zijn en anders wordt je opgesloten als een sta-in-de-weg. Natuurlijk wordt er tegengeworpen dat er wel grenzen zijn en dat men respect heeft voor de ander. Dat blijkt echter alleen maar waar te zijn zolang je deze vrijheid niet betwist. Je moet het dus eens zijn met de grensoverschrijdingen die de ‘vrijheid’ opdringt, want anders ben je lastig. In een samenleving waarin een ”collectief ik” bepaalt wat vrijheid is, gaat iedere minderheid vroeg of laat de gevangenis in.
Alleen het vaststellen van deze beperkingen van het begrip vrijheid dat zich in onze maatschappij manifesteert voldoet niet. Hoe staat het met de christelijke opvatting van vrijheid?
Geboden
Een christen is ervan overtuigd dat vrijheid betekent dat je leeft in overeenstemming met je bestemming. Die bestemming is om als schepsel van God je Schepper te dienen. Alleen dan zul je de vrijheid ervaren en je als een vis in het water voelen binnen deze grenzen. Het geheim ervan is liefde tot God.
Een christen weet van de grenzen van de geboden van de Heere. Hij weet dat dit geen beperkingen zijn. Ze vormen grenzen, zoals de oever van het water voor de vis. Die grens overgaan betekent de dood. Gods geboden zijn ten leven. Een christen kent overigens ook de verzoeking van de duivel, die suggereert dat een leven met de Heere je van veel vrijheden berooft.
Een christen zal iemand die buiten de grenzen van het christelijk geloof leeft, zien als een gevangene. Hij zal niet met een vuist, maar met een nodigend gebaar de ander het nut van de begrensde vrijheid laten zien. Zoals het in een schoolklas ook veel gezelliger en prettiger is als de leerlingen zich aan de regels van de leraar houden.
Een christen weet dat Gods liefde, Zijn zorg voor ons welzijn, hem de begrensde vrijheid gegeven heeft. Inderdaad, zelfs regels die uit liefde gegeven zijn, kunnen verzet oproepen. Dat doen de regels van ouders ook – ”niet buiten het hek spelen”. Toch erkennen we achteraf van heel veel regels het nut. Je moet er niet aan denken dat je ouders je vrij zouden hebben laten spelen.
Liefde
Toch zal het verwijt klinken dat christenen ook anderen uitsluiten en in de ”gevangenis” opsluiten. Er is nog altijd een onbestemde angst bij seculieren voor een christelijke dictatuur. Het is daarom van wezenlijk belang dat een ”collectief ik” van christenen geen vuist is, maar een geopende hand. Geen hand die afwijst, maar nodigt. De Bijbel sluit niemand op, maar wil juist bevrijden. „Indien de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, dan zult u waarlijk vrij zijn.”
Ondertussen hebben we binnenshuis misschien ook nog wel een probleem. Liefde is het wezen van de christelijke godsdienst. Wanneer we die missen, blijft er alleen een gevangenis over: „Raak niet, smaak niet en roer niet aan.” Het wordt tijd dat we Augustinus weer gaan begrijpen: „Heb God lief, en doe wat je wilt.” Dat is de christelijke vrijheid omgeven door het dubbelgebod van de liefde.
Ds. M. J. Kater, christelijk gereformeerd predikant te Sint Jansklooster en docent apologetiek aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. Heeft u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl
Verder lezen over dit onderwerp:
Ravi Zacharias, Als God ver weg voelt (Amsterdam 2009) 129-156.
Tim Keller, The Reason for God. Belief in an Age of Skepticism (New York 2008) 45-50.
Zie ook: www.refdag.nl/opinie/opinie/echte_vrijheid_kiezen_voor_het_goede_1_500196.