Digitaal noteren betekent einde varkensbeurs Vleuten
OUDEWATER – De varkensbeurs oude stijl is definitief voorbij. Na zestig jaar onderhandelen op veemarkten en in cafés kunnen handelaren vanaf vrijdagavond hun verwachtingsprijzen via de computer opgeven.
Al jaren geeft Piet de Koning, voorzitter van de vijfhoofdige varkensbeurscommissie, elke vrijdagavond rond de klok van tien uur de prijzen van levende varkens, geslachte varkens en biggen door aan deze krant. Vanaf vrijdag hoeft dat niet meer. Vanavond mogen de leden van de Nederlandse Bond van Handelaren in Vee voor het eerst digitaal aanbieden. De moderniteit heeft ook de varkensbeurs ingehaald.
De Koning en Jaap de Wit, beiden al meer dan twintig jaar als handelaar betrokken bij de varkensbeurs, bezien die ontwikkeling met gemengde gevoelens. „Het voordeel van de beurscommissie was dat we met elkaar een verwachtingsprijs vaststelden. Argumenten gaven daarbij de doorslag. Soms moesten we een uur langer om de tafel, maar we kwamen er altijd met elkaar uit. Wie gaat straks de verwachtingsprijs sturen? Dat doet de computer, via een ingewikkeld model dat gebaseerd is op de gemiddelde prijsopgave”, signaleert De Wit met enige zorg.
Begonnen in de jaren vijftig als particulier initiatief van Jos Verdouw, is in de loop van de jaren een driehoofdige en later een vijf man tellende beurscommissie ontstaan. Het doel van het comité was eenvoudig: een goede prijs garanderen voor boeren en een redelijke notering waarborgen richting exporteurs. Waren de vergaderingen in eerste instantie op de veemarkt in Utrecht, vanaf eind jaren zeventig week men uit naar Café de Tol in Vleuten. Sinds 2003 komen de handelaren in Café de Posthoorn in Montfoort bijeen.
In de jaren dat ze betrokken zijn bij de varkenshandel hebben de heren het nodige zien veranderen. „De animo van de handelaren om naar de wekelijkse vergaderingen in Vleuten en Montfoort te reizen werd steeds minder. Dat maakte de handel onpersoonlijker. Verder is het informatieaanbod via de kranten en internet enorm toegenomen. Daardoor is het afstemmen van een verwachtingsprijs complexer geworden”, legt De Wit uit.
Ook de schaalgrootte van de sector is drastisch veranderd. Tegenwoordig opereert de varkenshandel op een compleet andere schaal dan zestig jaar geleden. De handel tussen de Randstad, de Veluwe en Oost-Brabant heeft plaatsgemaakt voor vleesimport vanuit Brazilië en export van onderdelen naar het achterland van China. De richtprijzen van de Vleutense beurscommissie worden momenteel door andere Europese lidstaten nauwkeurig in de gaten gehouden. De Wit: „Vroe- ger baseerde je de prijs aan de hand van ontwikkelingen op de binnenlandse markt, nu kijken handelaren met een schuin oog naar de energieprijzen in Latijns-Amerika.”
De Koning en De Wit zijn niet optimistisch gestemd over de marktontwikkelingen. „De opbrengstprijzen voor varkens en biggen zijn te laag. Dat heeft te maken met de hoge kostprijzen, de energieprijzen die voordurend records breken en het dure veevoer. Bovendien is het aanbod in Nederland nog altijd veel groter dan de vraag.”
Nu de wekelijkse bijeenkomsten van de ”sigarenrokende Mercedesclub”, om een reactie op een internetforum te citeren, voorbij zijn, is het tijd voor een evaluatie. Heeft de commissie haar werk goed gedaan? De Koning: „Ik zeg maar zo: de afgunst was altijd groter dan de gunst. Maar nu de beurscommissie feitelijk ophoudt te bestaan hoor je de grootste criticasters al mompelen dat het voorheen zo slecht nog niet was.”