Kabinet blijft bij standpunt zwarte scholen
DEN HAAG (ANP) – Minister Marja van Bijsterveldt (Onderwijs) stapt niet af van haar eerdere uitspraken over zwarte en witte scholen.
Volgens de bewindsvrouw zijn die scholen geen thema voor het huidige kabinetsbeleid en ze zal daarom geen actie ondernemen om het aantal terug te dringen.
Dat meldde de minister donderdagavond tijdens een spoeddebat over integratie en segregatie in het onderwijs. „Voor mij telt maar één ding en dat zijn goede scholen”, aldus de minister. „Ik heb geen zin in een mengdoctrinatie die van bovenaf wordt opgelegd.”
Van Bijsterveldt kreeg in haar uitspraken bijval van minister Piet Hein Donner (Binnenlandse Zaken). Hij stelde eveneens dat het verplicht mengen van scholen geen recht doet aan de huidige dynamische samenleving. „Als je die droom via de overheid wilt realiseren, verandert het stelsel al snel in een nachtmerrie.”
Volgens de oppositie werkt het voorgenomen kabinetsbeleid, waarbij op scholen segregatie niet actief wordt tegengegaan, integratie juist tegen. „De minister zou zich juist moeten uitspreken over de onwenselijkheid van het bestaan van zwarte en witte scholen”, stelde onder meer Kamerlid Jasper van Dijk (SP). Ook wilde meerdere oppositiepartijen weten wat de minister gaat doen met de twaalf proeven die onder het vorige kabinet waren gestart om segregatie op scholen tegen te gaan. Volgend jaar lopen onder meer in Deventer en Nijmegen trajecten af waarbij zonder dwang leerlingen over verschillende scholen worden gespreid.
„Ik ben absoluut niet tegen de aanpak van segregatie, ook niet op lokaal niveau”, aldus Van Bijsterveldt. „Maar het moet niet zo zijn dat er een blauwdruk vanuit Den Haag wordt opgelegd. Daarbij zullen geslaagde proeven beschikbaar worden gesteld voor andere gemeenten. Maar nogmaals, we gaan dat niet van bovenaf verplicht opleggen.”
Ook Donner stelde dat, waar mogelijk, verschillende mensen van verschillende culturen met elkaar in aanraking dienen te komen. „Daarbij moet echter de mens centraal staan en niet het systeem”, aldus de minister. „Ik volg daarmee de woorden van het kabinet. Wij gaan in het huidige beleid uit van toekomst en niet van afkomst. Gelukkig erkent ook de oppositie het probleem. We zijn het alleen niet eens over de aanpak.”