Dat zegt ze in een interview met The Wall Street Journal, eind vorige maand. Vorig jaar zomer moest de violiste vanwege een burn-out een kleine vijf maanden rust houden. Vanaf november staat ze weer op planken.

Gaf Janine Jansen de seizoenen vóór 2010 zo’n 95 concerten per jaar, nu wil ze dat aantal terugbrengen tot 60 à 70 optredens per seizoen en zo een nieuwe balans vinden.

Het waren dwaze jaren, zegt ze nu. „Natuurlijk, ik had niets in de gaten. Als ik op het podium sta, heb ik het gevoel dat ik de Mount Everest kan beklimmen. Hetzelfde gebeurt met opnames. De muziek drijft je vooruit. Steeds weer wil je meer van jezelf geven. Maar er komt een moment dat je lichaam zegt: Werkelijk, ik heb niets meer, sorry. Ik weet nu dat ik dat niet weer wil laten gebeuren.”

De laatste opnamen, voor haar cd ”Beau Soir”, hebben haar laten zien hoe perfectionistisch ze is. „Ik denk dat het maken van opnames voor mij ieder jaar uitdagender wordt. Proberen steeds dichter te komen bij het perfecte, maar ook accepteren dat je gedaan hebt wat je kon. Maar het te laten gaan op een bepaald punt, dat vind ik steeds moeilijker. Ik wil dat ieder stuk exact is zoals ik me op dat moment voel.”

De documentaire ”Janine”, die september vorig jaar verscheen, werkte voor de violiste als een eye-opener. „Het viel samen met het moment waarop ik me begon af te vragen hoe ik m’n leven eigenlijk voor me zie. Ik houd van muziek maken. Ik heb altijd met de viool geleefd, het is m’n grote passie. Maar daarom is het ook een gevaar. Ik krijg grote kansen, en natuurlijk wil ik hier spelen en dit en dat doen. Maar op een bepaald moment loop je tegen jezelf aan.”

Lees hier het interview in The Wall Street Journal.