Politiek

CDA: ’t Kon minder, maar ook véél beter

DEN HAAG – De stemming op de uitslagenavond bij het CDA is bedrukt. Gaandeweg knapt de sfeer iets op, maar de gelatenheid blijft.

3 March 2011 11:26Gewijzigd op 14 November 2020 13:55
CDA-leider Verhagen wordt tijdens zijn speech geflankeerd door de CDA-fractievoorzitters in de Tweede en de Eerste Kamer, Van Haersma Buma (l.) en Brinkman. Rechts partijvoorzitter Spies. Foto ANP
CDA-leider Verhagen wordt tijdens zijn speech geflankeerd door de CDA-fractievoorzitters in de Tweede en de Eerste Kamer, Van Haersma Buma (l.) en Brinkman. Rechts partijvoorzitter Spies. Foto ANP

Waarnemend partijvoorzitter Spies staat net na de presentatie van de voorlopige prognose na het sluiten van de stembureaus, enigszins optimistisch de pers te woord. „Ik ben teleurgesteld als ik let op de uitslag van 2007, toen de vorige Statenverkiezingen plaatsvonden, maar we doen het nu toch aanmerkelijk beter dan de peilingen ons wilden laten geloven”, aldus Spies, zelf CDA-lijsttrekker in de provincie Zuid-Holland.

En dan, zéér optimistisch: „Ten opzichte van de Kamerverkiezingen van juni vorig jaar stabiliseren we ons. Dat betekent dat we nu weer kunnen starten met het uitbouwen van de partij.”

Staatssecretaris Bleker van Landbouw, die zich ook vanaf het begin van de avond tussen publiek en pers mengt, vat zijn commentaar kort en bondig samen met: „’t Kon minder, maar ’t kon ook véél beter.”

Sommige journalisten hengelen toch even bij Bleker naar zijn beschikbaarheid als partijleider, maar die vragen wuift hij vriendelijk doch beslist weg. „Toen die berichten verschenen, heb ik tegen Verhagen gezegd dat ik er in Groningen twaalf jaar over deed om provinciaal leider te worden, en nu ben ik 57. Dat is dus niet aan de orde.”

Om 21.45 uur sijpelen berichten binnen dat de partij in de Eerste Kamer geen 11 zetels zou krijgen, zoals de eerste prognose luidde, maar 10. Er blijkt dus niet of nauwelijks winst te zijn ten opzichte van de Kamerverkiezingen van juni. Dat maakt de stemming er niet beter op, maar toch laten de CDA’ers zich niet uit het veld slaan. Ze troosten elkaar: „Dit had ik wel ongeveer verwacht.”

Oud-staatssecretaris De Vries van Defensie, oud-campagneleider en kandidaat-Kamerlid, is als geen ander in staat om het verlies om te buigen in winst. Als het gaat om uitvoering van het CDA-programma zou zo’n minderheidspositie in de Eerste Kamer helemaal niet zo slecht zijn: „Uiteraard is het verlies zuur, maar als we kijken naar gisteravond, namelijk dat het CDA onder de 10 zetels uit zou komen en dat de PVV groter zou worden dan wij, dan past ons dankbaarheid.

De coalitie hoeft met deze uitslag volgens De Vries niet in gevaar te komen. „De SGP wordt te gemakkelijk vergeten in dit verhaal. Vlak ook D66 niet uit. Deze partij wil niet in het kamp van tegenstanders van dit kabinet worden geschaard. De uitkomst van het kabinetsbeleid kan hierdoor wel eens dichter bij het CDA-programma uitkomen dan nu het geval is.”

Na tienen blijkt dat de partij in de Eerste Kamer hoogstwaarschijnlijk toch op 11 zetels kan rekenen en dat de partij procentueel iets meer kiezers achter zich wist te krijgen dan bij de Tweede Kamerverkiezingen van juni.

Spies, vicepremier Verhagen en de nieuwe CDA-fractievoorzitter in de Senaat, Brinkman, zetten daar hun kaarten op. Ze zien in de geringe groei allen een basis om de partij in te toekomst weer uit te bouwen. „Vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Het betekent dat wij als partij keihard moeten blijven inzetten op herstel van vertrouwen”, aldus Verhagen, die enigszins gebruind is door zijn skivakantie van de afgelopen dagen.

Een mager applaus krijgt de CDA-top voor de speechjes, maar meer ook niet. Van feest is geen sprake; de gelatenheid blijft. Veel CDA-Statenleden keren niet meer terug en de partij is in veel provincies niet meer de grootste en zal ook veel minder gedeputeerden krijgen. „Dat wordt een bloedbad”, weet een van de aanwezigen. En in de Senaat krijgt de partij straks geen 21 zetels meer, maar 11. Dat is toch bijna een halvering.

„Zuur”, constateert ook minister Van Bijsterveldt van Onderwijs, die zich schijnbaar symbolisch geheel in het zwart heeft gekleed.

Maar zij ziet ook altijd lichtpuntjes: „Vrijdag presenteren wij onze kandidaat-partijvoorzitters en op 2 april vindt de verkiezing plaats. Dan kunnen we echt gaan starten met de inhoudelijke vernieuwing en wederopbouw van de partij. Dat kost tijd. Eigenlijk kwam deze verkiezing voor ons te vroeg. Maar ik ben er vast van overtuigd dat we het gaan redden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer