„Een offer is tot daar aan toe”
W. Huisinga was al vijf jaar directeur bij NS Reizigers toen hij anderhalf jaar geleden aantrad als president-directeur. Hij zou de NS definitief omvormen tot een klantvriendelijk bedrijf. Woensdagavond strandde zijn missie, lang voor de haven zelfs nog maar in zicht was gekomen.
Voelt u zich het slachtoffer van een samenzwering?
„Ik hoop dat het offer dat de raad van commissarissen en wijzelf brengen louterend zal werken. Slachtoffer is niet het juiste woord. De minister denkt over deze problematiek fundamenteel anders dan wijzelf. De raad van commissarissen trekt zijn conclusies, en ik maak ook ruimte. Wij vinden het onverstandig dat ze haar wil nu zo doordrukt, want het verbeterplan zal op termijn toch worden uitgevoerd. Maar als ik nu het bokje moet zijn, heb ik daar vrede mee. Als het bedrijf maar wel de weg naar boven vindt. Dan heeft mijn vertrek tenminste zin gehad.”
Wat was het moment waarop u voelde dat de zaken u uit handen gleden?
„Juli vorig jaar hield ik er al rekening mee dat het fout zou gaan. Omdat ik wist dat het veranderingsproces nog heel veel tijd zou vergen. Het zwaard van Damocles is nú gevallen. Als we op dit moment wel die 80 procent zouden hebben gehaald, zou er echter over drie maanden een andere reden zijn gezocht om ons vertrek te eisen. De periode van verandering is voor de politiek en de reizigers gewoon te lang. De politiek had niet het geduld om op een oplossing te wachten.”
Uiteindelijk is de enige partij die telt de klant.
„De 80 procent die nu als minimum gold, symboliseerde al het feit dat de omslag te lang duurt, want het vorige streefcijfer was nog 88 procent. Ik gun de klant echt het beste, heb me daar ook krom voor gewerkt. Het is een zwaar offer dat we met elkaar brengen. Maar als de concessiehouder geen vertrouwen meer heeft, dan is het einde oefening.”
Is dit ook een persoonlijke nederlaag?
„Ik vind het triest dat ik afscheid moet nemen van mijn collega’s. Dat ik de klus niet kan afmaken. Dat doet pijn. Wat het verder voor mij betekent, is niet zo relevant. Ik vind heus wel een andere baan. Komend voorjaar kan ik in elk geval veel gaan roeien. Ik zou het veel erger hebben gevonden als mijn baas, de raad van commissarissen, me had weggestuurd. Nu gaan we allemaal tegelijk, dat maakt voor mij een wereld van verschil.”
Ferme taal van een sportief verliezer?
„Verkeer en Waterstaat zal nu de ruimte moeten maken en de tijd moeten benutten die nodig is om de oplossing te bewerkstelligen die goed is voor onze klanten. Een offer brengen is tot daar aan toe, maar het moet wel ergens toe leiden. De punctualiteit bij de NS hangt niet af van Hans Huisinga. Ik hoop dat nu de periode van rust aanbreekt waar we al anderhalf jaar om hebben gevraagd. De NS is een fantastisch bedrijf en ik weet heel zeker dat ze er met elkaar ooit uit zullen komen.”