De regering liet weten dat de gesprekken die worden gevoerd met politieke partijen in het Noord-Afrikaanse land uiterlijk half maart moeten zijn afgerond. Daarna moeten binnen vier maanden verkiezingen worden gehouden. Of het om presidents- of parlementsverkiezingen gaat, werd niet duidelijk uit de verklaring.

Ben Ali zwichtte medio januari voor massale volksprotesten tegen zijn bewind en tegen de slechte leefomstandigheden. Een overgangsregering past sindsdien op de winkel. Veel Tunesiërs vinden echter dat daarin te veel bewindslieden zitten die ook deel uitmaakten van het oude regime. Zij willen snel verkiezingen.

Vrijdag gingen in de hoofdstad Tunis weer tienduizenden mensen de straat op. Vooral premier Mohammed Ghannouchi, die dezelfde functie bekleedde onder Ben Ali, moest het ontgelden. De betogers spraken ook hun woede uit over het bloedige geweld in buurland Libië.

Na de geslaagde volksopstand in Tunesië sloeg ook in andere Arabische landen de vlam in de pan. In Egypte ruimde de autoritaire president Hosni Mubarak na bijna dertig jaar het veld. In Libië lijken de dagen van dictator Muammar Kaddafi geteld. Ook is het onrustig in onder meer Jemen, Algerije en Bahrein.