Netanyahu: Israël moet op alles voorbereid zijn
JERUZALEM – De Israëlische premier Benjamin Netanyahu heeft gisteren de regimes in Libië en Iran scherp veroordeeld voor het neerslaan van de massaprotesten. Hij deed dat tijdens een persconferentie na een ontmoeting met de Poolse premier Donald Tusk.
„Ik vind het afschuwelijk als een regime zijn leger en veiligheidstroepen gebruikt en opzettelijk en zonder onderscheid op zijn burgers vuurt en honderden van hen afslacht”, zei Netanyahu naar aanleiding van de gebeurtenissen in Libië.
De premier voegde eraan toe dat alle beschaafde landen de gebeurtenissen in Libië en Iran dienen te veroordelen. Eerder deze week noemde Netanyahu het Midden-Oosten „een extreem onbestendig gebied.” In een toespraak voor het Israëlisch parlement, de Knesset, zei hij dat de oorzaak daarvan ligt in het feit dat de politieke en economische hervormingen die zich in de 20e eeuw over Europa verspreidden, grotendeels aan de Arabische en islamitische wereld voorbij zijn gegaan. Via Al-Jazeera en sociale netwerken op internet verandert er nu echter veel.
Volgens de premier zit de Arabische wereld in een overgangsperiode. De instabiliteit kan volgens hem nog vele jaren duren. „We hopen dat de Arabische wereld en Iran echte democratieën worden. Als we dat kunnen bereiken, hebben we de fundamenten voor stabiliteit en vrede bereikt.”
Maar er zijn ook andere mogelijkheden, aldus de premier. Israël moet zich volgens hem voorbereiden op elk scenario. De instabiliteit kan misbruikt worden door „negatieve krachten en duister despotisme.”
Hij stelde dat hij had voorspeld dat Hamas de macht over zou nemen in Gaza als Israël zich terug zou trekken. „Een vredesverdrag garandeert geen vrede in ons gebied, waar officiële en officieuze relaties snel kunnen verdampen. De economische en andere betrekkingen met Iran verdwenen in een oogwenk tijdens de revolutie van 1979.”
Het is voor Israël van groot belang om zeker te weten dat de vredesverdragen met Egypte en Jordanië blijven bestaan. Israël wil ook met de Palestijnen praten over een gedemilitariseerde staat die de Joodse staat erkent.
De woorden van de premier reflecteren het dubbele gevoel dat er onder Israëliërs leeft. Aan de ene kant is er begrip voor het feit dat de bevolkingen van Arabische landen het juk van verdrukking, corruptie en armoede af willen schudden. Maar aan de andere kant bestaat er vrees dat de in elkaar stortende regeringen vervangen zullen worden door antiwesterse regimes die een vijandige houding tegenover Israël aannemen.
De vroegere Israëlische Mossadtopman Eliezer Tzafrir liet zich deze week somber uit over de gevolgen van de demonstraties. Hij benadrukte dat de demonstranten jonge mensen zijn, die betogen tegen dictaturen en die hun economische en sociale situatie willen veranderen. „In Egypte, Benghazi, Jordanië en in Jemen bestaat er een oprechtverlangen naar vrijheid. Maar de demonstranten zijn zeer naïef en ongeorganiseerd. Als er vrije verkiezingen komen in de islamitische wereld, wie gaat er dan winnen? De fundamentalistische islam. Nog diezelfde dag komt er een einde aan de democratie.”