Surinaamse monumenten prooi van laksheid
Het historische centrum van de Surinaamse hoofdstad Paramaribo raakt stukje bij beetje haar charme kwijt. Er gaat vrijwel geen week voorbij of een historisch pand brandt tot de grond toe af of stort spontaan ineen. Achterstallig onderhoud is meestal de oorzaak. „Men is er in Suriname niet van doordrongen dat juist die historische panden een enorme toeristische waarde hebben.”
In een week tijd was het weer tweemaal raak. Eerst zakte in de Keizerstraat, in het centrum van Paramaribo, een historisch houten pand ineen. De eigenaar had verzuimd het gebouw te onderhouden en gaf daarmee de natuurelementen, houtluizen en ander ongedierte alle ruimte om een stukje koloniaal verleden te vernietigen. Enkele dagen later was het de beurt van het Luxor-theater. Het fraaie, honderd jaar oude gebouw bezweek onder de slopershamer omdat er geen redden meer aan was. Ook hier was achterstallig onderhoud de oorzaak van het verval.
De Surinaamse kranten besteden volop aandacht aan dergelijke incidenten. Soms verdwijnen er zelfs eeuwenoude gebouwen die nog stevig op hun fundamenten staan, maar waarvan de eigenaar oordeelt dat er beter moderne architectuur voor in de plaats kan komen. In enkele jaren tijd zijn in en buiten het centrum tientallen wanstaltige pakhuizen en kantoren verrezen die het straatbeeld langzaam maar zeker aan het bepalen zijn. En er is in Suriname geen wet die de eigenaren en bouwers een strobreed in de weg legt.
„Als er niet snel door de overheid maatregelen worden genomen, wordt het gezicht van Paramaribo binnen tien jaar drastisch veranderd”, zegt Stephen Fokké, directeur van de Stichting Gebouwd Erfgoed. Hij pleit al jaren voor een goede wetgeving, die eigenaren van monumenten verplicht hun panden te onderhouden, maar tot nu toe werkt de politiek niet mee.
Surinamers zelf halen hun schouders op. Terwijl er jaarlijks kapitalen worden uitgegeven om de meest wanstaltige villa’s en bungalows te bouwen, heeft vrijwel niemand een cent over om historische panden te onderhouden, laat staan grondig te renoveren. De bewoners van de Costerstraat, aan de rand van het centrum, maakten in de afgelopen twee jaar zeven branden mee, waarbij meer dan tien woningen met de grond gelijk werden gemaakt. In de meeste gevallen was de oorzaak kortsluiting als gevolg van slecht onderhouden elektriciteitsleidingen.
Verzekeringsmaatschappijen nemen de gok niet meer om klakkeloos huizen te verzekeren. „Als blijkt dat het huis ouder is dan een jaar of tien en in een brandgevoelige buurt staat, gaan we eerst even kijken alvorens we het te verzekeren object accepteren”, zegt een woordvoerder van Assuria, een van de grotere maatschappijen. „In het verleden hebben we te vaak onze vingers gebrand. Overigens zijn veel van de panden die in de afgelopen jaren in vlammen zijn opgegaan niet eens verzekerd tegen brand. Eigenaren die geen geld over hebben voor onderhoud, willen vaak ook niets uittrekken voor een verzekering.”
In de afgelopen jaren zijn wel een aantal historische overheidskantoren rond het Onafhankelijkheidsplein grondig gerenoveerd. „Maar dat is niet de verdienste van Suriname geweest”, zegt Fokké. „Het betrof in de meeste gevallen buitenlandse schenkingen, vooral van Nederlandse zijde. Daar maakt men zich meer druk over het gebouwd erfgoed in Paramaribo dan in Suriname zelf.”