Vorig jaar droeg 97 procent van de bestuurders van personenauto’s de gordel, tegen 95 procent in 2008. Bij bestuurders van bestelauto’s lag dat percentage op 87, tegen 84 procent twee jaar daarvoor. Het gebruik van de gordel op de achterbank van personenauto’s steeg met 1 procentpunt naar 82 procent.

Het aantal kinderen dat zonder gordel of kinderzitje wordt vervoerd, daalde naar 6 procent. In 2008 was dat nog 28 procent. Van de bestuurders van personenauto’s reed vorig jaar 58 procent met een goed afgestelde hoofdsteun, tegen 44 procent in 2008.

Het gebruik van gordels en kinderzitjes is een belangrijk middel om letsel bij verkeersongevallen te beperken of te voorkomen. Zo verminderen autogordels de kans op dodelijk letsel met 30 tot 40 procent. Een goed gebruikt kinderzitje halveert zelfs die kans.

Minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu reageerde verheugd op de nieuwe cijfers. Volgens haar zet de overheid, samen met maatschappelijke partners, zich al jaren in op het gebruik van beveiligingsmiddelen in de auto. „Het is goed om te zien dat deze inspanningen hun vruchten afwerpen en steeds meer mensen hun verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen veiligheid en die van hun kinderen in de auto.”