Indonesische leger doodt jongens in Aceh
Het Indonesische leger heeft zich in de provincie Aceh (Atjeh) de afgelopen dagen schuldig gemaakt aan het doden van burgers. Dat zeiden inwoners van twee dorpen vrijdag. Dorpelingen tussen elf en twintig jaar oud zouden ’s nachts uit hun hut zijn gehaald en standrechtelijk zijn geëxecuteerd.
Een correspondent van de Britse zender BBC zag in het dorp Mapa Mamplam de lichamen van zeven slachtoffers, van wie enkelen kogelgaten achter in het hoofd hadden.
In het dorp verbleven zeven jongens en mannen in een hut om een nabijgelegen garnalenkwekerij te bewaken. Midden in de nacht sleurde een groep soldaten hen de hut uit en zette ze in een rij op een dijk, verklaarden ooggetuigen. Ze schoten een paar jongens van dichtbij neer en gaven de anderen de raad ervandoor te gaan, om hen vervolgens van achteren neer te schieten.
Het Indonesische leger meldde vrijdag 58 GAM-rebellen te hebben gedood, maar ontkende dat het ook burgers heeft neergeschoten. De GAM telde zelf twaalf dode rebellen en zei dat 43 militairen en 53 burgers zijn omgekomen.
Legerwoordvoerders zeiden vrijdag dat burgers nooit het doelwit van militairen zijn. „We hebben een lijst met mensen die we dood of gevangen willen zien. We missen niet en we maken geen fouten”, stelde generaal-majoor Endang Suwarya.
Minister Hassan Wirayuda van Buitenlandse Zaken erkende echter dat de rebellen hun uniformen hebben verruild voor burgerkleding en daardoor niet meer gemakkelijk van burgers zijn te onderscheiden.
Het Indonesische leger heeft naar eigen zeggen twee eilanden veroverd op de rebellen in Aceh. Of de rebellen de eilanden Nasi en Aceh hebben verlaten of zich alleen maar hebben teruggetrokken, is niet duidelijk. Op diverse plaatsen in Aceh is vrijdag gevochten, melden ooggetuigen en woordvoerders van de Beweging voor een Vrij Aceh (GAM).
Het conflict heeft inmiddels 150.000 vluchtelingen op de been gebracht. Unicef waarschuwde vrijdag voor een humanitaire crisis in het gebied. Volgens het kinderfonds van de Verenigde Naties zijn bij eerdere gevechten al 23.000 kinderen uit hun huizen verdreven. Binnenkort zijn nog veel meer kinderen dakloos, zegt Unicef in een vrijdag in Bangkok uitgegeven verklaring. De gezondheidszorg en de toch al zeldzame humanitaire programma’s zijn door de Indonesische aanval ingestort. Unicef verwacht dat de komende drie maanden 300.000 mensen een veilig heenkomen zoeken.
Ongeveer 280 scholen zijn in de afgelopen vijf dagen platgebrand, waardoor volgens Unicef 60.000 kinderen niet meer naar school kunnen. Het kinderfonds vindt dat er snel tenten en onderwijsmateriaal moeten komen, zodat de kinderen les kunnen krijgen. Unicef roept bovendien beide partijen op af te zien van het vernielen van scholen, en die te zien als een soort vredeszones. Unicef is sinds vorig jaar vertegenwoordigd in Aceh, en zetelt in Banda Aceh.
Voedsel begint in Aceh schaars te worden, omdat de bevoorrading vanuit de nabijgelegen provincie Noord-Sumatra vrijwel is gestaakt. Ook vanuit de hoofdstad Banda Aceh wordt geen voedsel meer verdeeld, omdat de transporteurs voor hun veiligheid vrezen.
In Den Haag hebben vrijdag enkele tientallen Acehers geprotesteerd tegen het militaire offensief. Aceh-vluchtelingen uit Nederland, Denemarken en Zweden boden petities aan bij het ministerie van Buitenlandse Zaken en bij de ambassades van de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Japan, Australië en Nieuw-Zeeland.