De normen voor gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater in de streek werden maar incidenteel overschreden en de concentratie van de stoffen is fors afgenomen. Daarnaast werden er steeds minder stoffen die in de gaten worden gehouden in het oppervlaktewater gevonden. Van de oorspronkelijk lange lijst zijn er nog drie stoffen die aandacht vragen. Het gaat om het schimmelbestrijdingsmiddel carbendazim en de insecticiden imidacloprid en pirimifosmethyl, die volgens de organisatie in zeer lage concentraties werden aangetroffen.

Het gebruik van meststoffen in de bloembollenteelt is sinds 1995 met 40 tot 50 procent gedaald, maar dat was in de voortgangsrapportage niet terug te zien in het milieu. „Om nog onduidelijke redenen is er geen meetbare verbetering van het milieu”, aldus LMO.