Overtuigende Japanner in Europese jas
De nieuwe Toyota Avensis is een Europese auto. De middenklasser is ontworpen, ontwikkeld en getest in Europa, zo stelt Toyota in zijn persbericht. De Japanse fabrikant heeft ook alle reden om hierover geen misverstanden te laten bestaan. De nieuwe Avensis behoort tot de zware munitie waarmee Toyota zijn positie op de Europese markt aanzienlijk wil versterken. Hoe doeltreffend is de nieuwe Avensis?
Toyota heeft verregaand onderzoek gedaan naar de smaken en voorkeuren van de Europese consument in relatie tot de aanschaf van een nieuwe auto. Jarenlang hadden de Japanners immers het imago goede en betrouwbare auto’s te produceren. De harten van de Europese consument konden ze echter niet of nauwelijks sneller laten kloppen. Het gebrek aan vermogen om een gevoelige snaar te raken, verklaarde de relatief bescheiden afzet. De aankoop van een nieuwe auto is immers niet zelden vooral een zaak van het hart.
In tegenstelling tot Amerika, waar merken zoals Toyota, Honda en Lexus absolute favorieten zijn, verkiezen Europeanen doorgaans producten van eigen bodem. Toyota heeft dat goed begrepen en laat dan ook geen gelegenheid onbenut om te melden dat de Avensis door en voor Europeanen gebouwd is. En dat is te zien ook.
De Avensis maakt een serieuze en degelijke indruk. Veel meer dan zijn voorganger is de nieuwe Avensis een auto die er staat. Niet alleen zijn de afmetingen aanzienlijk toegenomen, Toyota heeft de nieuweling eveneens meer expressie meegegeven. Grote koplampen markeren een nadrukkelijke frontpartij. De zijkanten zijn weliswaar glad, maar wel stevig geproportioneerd. De achterzijde van de Avensis sedan is eigenlijk het minst sterke deel van het ontwerp. Recht van achteren oogt de auto anoniem en zelfs een beetje oubollig. De Avensis Wagon scoort wat styling betreft onmiskenbaar beter.
Toyota levert de nieuwe Avensis met drie benzinemotoren, waarvan de sterkste is voorzien van directe brandstofinspuiting, en met een direct ingespoten common rail turbodieselmotor. De basis wordt gevormd door een 1,6 liter zestienklepper die goed is voor een maximumvermogen van 81 kW/110 pk. De top is de Avensis 2.0 D-4, die een maximumvermogen levert van 108 kW/147 pk. Daartussenin zit de machine die de voorwielen van de testauto aandrijft.
Deze moderne 1,8 liter viercilinder zestienklepper is voorzien van variabele kleptiming en levert bij 6000 tpm een maximumvermogen van 95 kW/129 pk. Het maximumkoppel van 170 Nm wordt bij 4200 tpm gerealiseerd. De Avensis 1.8 is voldoende adequaat gemotoriseerd, maar door het stevige gewicht van 1245 kilogram is de Europese Japanner geen snelle auto. Voor de acceleratie vanuit stilstand naar 100 km/h zijn 10,3 seconden nodig. De topsnelheid bedraagt 200 km/h.
Voorts valt op dat de viercilinder benzinemotor in alle rust zijn inspanningen levert. De Avensis is sowieso een stille auto, want ook rijgeluiden weten door de uitstekende isolatie niet noemenswaardig het interieur binnen te dringen. De brandstofconsumptie stemt eveneens tot tevredenheid. Gemiddeld verstookte de Avensis elke 12,8 kilometer een liter euroloodvrij, hetgeen zonder meer als keurig kan worden gekwalificeerd.
De nieuwe Toyota staat op een geheel nieuw ontwikkeld onderstel, waarbij de achterwielophanging is gebaseerd op de fraaie constructie van de Celica. Voor de Avensis heeft Toyota de nodige aanpassingen gedaan om een grotere mate van comfort te realiseren. Die inspanningen zijn uiterst succesvol geweest, want de Avensis is niet alleen zeer comfortabel geveerd, hij toont zich ook dynamisch en informatief.
Het onderstel absorbeert met groot gemak allerlei onregelmatigheden in het asfalt, maar geeft evenmin een krimp wanneer de auto met een stevig tempo een curve ingestuurd wordt. Licht onderstuur valt de bestuurder dan ten deel, maar listig is de auto daarbij geen moment. Ook de besturing van de nieuwe Avensis is dik in orde. De wielen reageren direct en precies op stuurwielbewegingen, al zou de bekrachtiging voor het mooi wat minder sterk mogen zijn.
Voor de stabiliteit in rechte lijn heeft dat overigens geen noemenswaardige consequenties. De Avensis loopt strak rechtuit en voelt ook bij hoge snelheden simpelweg zeker en stabiel aan. De versnellingsbak laat zich soepel en trefzeker bedienen. Toyota heeft voor een relatief lange eindoverbrenging gekozen, waardoor de krachtbron bij kruissnelheden weliswaar relatief weinig toeren maakt maar tegelijkertijd een ietwat luie indruk maakt.
Vermeldenswaardig is verder dat de Avensis voorzien is van talloze veiligheidsvoorzieningen, waaronder een knie-airbag ten behoeve van de bestuurder. Bij de laatste Euro-NCAP-botsproeven wist de nieuwe Avensis ook de maximale score van vijf sterren te behalen.
Het interieur van de nieuwe Toyota Avensis is niet bepaald inspirerend vormgegeven. Dat heeft overigens als voordeel dat je niet wordt afgeleid door styling, waardoor al snel opvalt hoe goed het geheel is afgewerkt. Mooi ogende en prettige aanvoelende materialen zijn prachtig in elkaar gezet, waarbij de naden extreem dun zijn.
Het geheel laat zich prettig en effectief bedienen. Alles is eenvoudig te bedienen en functioneert daarbij uitstekend. Voorin staan een paar prima stoelen die voldoende steun geven en bijdragen aan het vinden van een fijne zitpositie. Opvallend is dat de voorstoelen niet traploos verstelbaar zijn maar met heel kleine stapjes via een pompgewijs werkende verstelknop in de juiste positie gezet kunnen worden.
Zowel hoofdruimte als beenruimte is er voorin in royale mate aanwezig. De achterpassagiers hebben evenmin te klagen. Vooral de hoeveelheid beenruimte achterin is voor deze klasse absoluut royaal. De beschikbare hoofdruimte is evenwel als niet meer dan gemiddeld te beschouwen. Dat geldt weer niet voor de bagageruimte. Met een inhoud van 520 liter beschikt de Avensis over een kloek laadruim. Jammer genoeg scharniert de achterklep via beugels die de bagage zo lekker even kunnen aanstampen. De montage van gasdrukveren zou in dit verband absoluut een fraaiere oplossing zijn geweest.
Toyota levert de nieuwe Avensis in drie carrosserievarianten en in vier verschillende uitvoeringen. Zowel de sedan als de liftback en de wagon zijn leverbaar als Linea Terra, hetgeen onder andere betekent dat de Avensis standaard voorzien is van airconditioning, ABS, negen airbags, audiosysteem met radio, cassette en cd-speler, elektrisch bedienbare ramen voor, elektrisch verstelbare buitenspiegels alsmede van een boordcomputer.
Linea Sol maakt daarnaast nog indruk met zaken zoals automatische airconditioning, lederen stuurwiel, regensensor, elektrisch bedienbare achterramen, mistlampen voor en verwarmde en inklapbare buitenspiegels. Linea Luna doet daar met lichtmetalen velgen en speciale bekleding nog een schepje bovenop, terwijl de Executive met elektrische stoelverstelling, lederen bekleding en stoelverwarming bijna geen wens meer onvervuld laat. De prijzen beginnen bij 22.990 euro voor de Avensis 1.6 Linea Terra Sedan. Een dieselgestookte Avensis is vanaf 26.500 euro leverbaar.
Toyota heeft de ambitie om in 2005 een Europees marktaandeel van 5 procent te behalen, hetgeen betekent dat het merk in dat jaar zo’n 800.000 nieuwe auto’s in Europa zal moeten verkopen. Dat is geen geringe opgave. De nieuwe Avensis wordt geacht een belangrijk deel van de beoogde afzet voor zijn rekening te nemen. Daar is meer voor nodig dan alleen een competitief prijskaartje en een fijn pakket aan standaard uitrustingselementen.
Winnen doe je in het vechtsegment van de middenklassers alleen als je over topklassemunitie kan beschikken. Voor de nieuwe Avensis geldt dat zonder twijfel. De Japanner maakt een meer dan overtuigende indruk. Als de auto ook nog eens bij breed publiek in de smaak valt, kunnen Toyota’s ambities zonder meer als realistisch worden beschouwd.