Dat zegde de bewindsvrouw donderdag toe tijdens een voortgezet debat over de toekomst van de onderwijsondersteuning, ook wel het passend onderwijs genoemd.

Op een vraag van SGP-Kamerlid Dijkgraaf zegde Van Bijsterveld woensdag al toe dat ouders hun kind ook aan mogen melden bij een school buiten het samenwerkingsverband waarin ze woonachtig zijn. Dat kan een oplossing zijn voor ouders die vinden dat de school voor speciaal onderwijs in hun regio niet past bij hun overtuiging. De minister wil de bestaande samenwerkingsverbanden op de schop nemen.

Dijkgraaf vindt dat de keuze van ouders niet onder druk mag staan door financiële overwegingen over extra kosten voor schoolvervoer en vroeg donderdag met ChristenUnie-Kamerlid Voordewind in een motie om actie van de bewindsvrouw.

Ook vroegen Dijkgraaf en Voordewind in een motie te voorkomen dat leerlingen voor speciaal onderwijs zelfstandig moeten reizen terwijl ze dat niet kunnen.

De minister wees beide moties af, maar beloofde wel dat ze over deze problemen het gesprek zal aangaan met de VNG, de koepelorganisatie van gemeenten. Zoals bekend is het regelen van schoolvervoer een verantwoordelijkheid van gemeenten.

Overigens bestaat de kans dat de bestaande structuur van samenwerkingsverbanden voor het reformatorisch speciaal onderwijs in stand blijft. Van Bijsterveldt moet dat apart in de wet vastleggen. Of ze dat daadwerkelijk doet, moet deze zomer blijken als de minister een wetsvoorstel over invoering van passend onderwijs naar de Tweede Kamer stuurt.

Als de bewindsvrouw daartoe besluit, verandert er waarschijnlijk weinig of niets voor de vervoersfaciliteiten van ouders die hun kinderen naar reformatorische scholen sturen.