De Arbo-wet regelt hoe werkgevers hun personeel moeten beschermen tegen beroepsrisico’s. Nederlandse werkgevers zijn verplicht om zich aan te sluiten bij een Arbo-dienst. De Europese wet, die hoger is, schrijft voor dat de werkgever zelf, met eigen werknemers, de taken zelf moet kunnen uitvoeren. De Commissie eist dat Nederland de Arbo-wet in die zin aanpast. Alleen als het echt niet anders kan, mag een bedrijf externe deskundigen inhuren.

Het ministerie van Sociale Zaken in Den Haag kon donderdag niet precies aangeven waar de pijn zit. Het gevolg van deze uitspraak is daarom nog onduidelijk.

De Branche Organisatie van Arbo-diensten (BOA) in Den Haag wacht nog af wat het ministerie van Sociale Zaken met de criteria doet. Het ministerie kan de verplichte aansluiting bij een Arbo-dienst schrappen, maar ook voortzetten. „Het arrest heeft onze aandacht, maar we zijn niet in paniek”, aldus medewerker P. Boorsma van de brancheorganisatie.

Mede door de verplichte aansluiting zijn Arbo-diensten de laatste jaren zeer sterk gegroeid. De omzet van de branche bedroeg in 2001 779 miljoen euro. In de sector werken circa 9500 medewerkers, verdeeld over vijf grote, drie middelgrote en vele kleinere Arbo-diensten.

Werkgeversorganisatie MKB-Nederland zegt in een reactie vurig te hopen dat het ministerie de verplichte aansluiting afschaft. „Dat zou echt helpen tegen de regelzucht”, vindt M. van Mierlo, secretaris Arbo-beleid van MKB-Nederland.

Volgens hem hebben middelgrote en kleine bedrijven gemiddeld 3 procent ziekteverzuim. „Dat is heel laag. En nog krijgen de bedrijven allerlei sores met formulieren.”

Volgens werkgeversorganisatie VNO-NCW moeten eventueel de criteria veranderd worden, zodat bedrijven gewoon gebruik kunnen maken van Arbo-diensten.