Consument

De wet en het etiket

Je zult ze de kost maar moeten geven: mensen die geen Elsevier lezen in bad, maar de etiketten van shampooflessen bestuderen. Toegegeven, het is ook een erg leuke bezigheid. Wat zijn fabrikanten verplicht te melden? Wat vertellen ze extra? En: wat is de humor van etiketten?

Gertrude de Wildt-Brouwer
12 February 2011 08:37Gewijzigd op 14 November 2020 13:40
Illustratie RD, Willemien van de Ridder
Illustratie RD, Willemien van de Ridder

Hoewel consumenten nu vaak nog het idee hebben dat ze worden geflest, zo bar als in 1893 is het niet meer. In Rotterdam werd toen de Keuringsdienst van Waren opgericht, die boeren controleerde op het aanlengen van melk en bakkerijen binnenviel om brood te wegen. In het eerste jaar keurden de inspecteurs van de dienst 46 procent van de producten af. Blijkbaar had het effect, want in 1894 was het aandeel van afgekeurde waar ‘nog maar’ 21 procent.

Inmiddels is een heel arsenaal aan regels ontstaan. De Keuringsdienst van Waren heet nu Voedsel en Waren Autoriteit en de wetgeving wordt steeds meer op Europees niveau gebracht. Fabrikanten moeten op levensmiddelen in elk geval de volgende zaken vermelden:

-aanduiding (de officiële benaming van het product);

-nettohoeveelheid;

-gegevens van de producent, verpakker of verkoper;

-datum van minimale houdbaarheid of uiterste consumptiedatum;

-bij samengestelde levensmiddelen een lijst van ingrediënten.

Voor allerlei producten, zoals niet-voorverpakte producten en spuitbussen, zijn nog veel meer regels van kracht. Toch blijven er nog genoeg mogelijkheden om te ‘knutselen’ met de informatie.

Bron: Voedsel en Waren Autoriteit.


Pas op! Eiersalade met ei

Soms zou je je als klant bijna beledigd voelen over de informatie op een etiket. Neem nu de pindakaas van Albert Heijn: die is gemaakt in een bedrijf waar ook noten worden verwerkt. Of eiersalade waar ei in zit. Dat is even schrikken!

Extra ‘service’, maar wettelijk niet verplicht. Wanneer het allergeen al in de officiële benaming van het product voorkomt, is dit voldoende, zo meldt de allergenenhandleiding van de Voedsel en Waren Autoriteit. „Wij vinden dat je zo open en eerlijk mogelijk moet zijn in de vermelding van de ingrediënten”, zegt een medewerkster van Albert Heijn die verantwoordelijk is voor de allergeneninformatie op etiketten. „Veiligheidshalve staat daarom op de pindakaaspot dat die in een bedrijf is gemaakt waar ook noten worden verwerkt.” Ze signaleert bij klanten een groeiend bewustzijn van wat ze eten. De informatie op de etiketten wordt daardoor steeds uitgebreider. Zit er bijvoorbeeld sambal in de kerriesalade, dan komt er in de ingrediëntenvermelding ook de samenstelling van sambal te staan. Is dat niet een beetje te veel van het goede? „Nee, het gaat ons om transparantie.”


Wat er niet in zit

Wil je als fabrikant een goede beurt maken, dan schrijf je vooral op wat er níét in je product zit. Karnemelk zonder mierenzuur bijvoorbeeld. Hoewel je deze reclame niet snel zult tegenkomen in het echt, het is niet minder gek dan drop waar 0 procent vet in zit. Het is een gemakkelijke manier om je product aan te prijzen, die nog legitiem is ook. Bij de Voedsel en Waren Autoriteit wordt er wel op toegezien dat fabrikanten geen onterechte gezondheidsclaims doen. „Eigenlijk kan geen enkele fabrikant garanderen dat hij bijvoorbeeld de gezondste donut maakt. Er kunnen altijd nieuwe producten van een concurrent op de markt komen”, reageert een voorlichtster.


„Het is gemeten en bewezen”

„Het is gemeten en bewezen”, luidt de tekst op het etiket van Fructis Volume Restructure. Het volume van je haar neemt met 100 procent toe (in kleine lettertjes: Instrumentele test (shampoo, crèmespoeling + Fructis spray vs classic shampoo). Een telefoontje naar het bedrijf levert de kanttekening op „dat het er wel aan ligt of je haar dik of dun is, of het lang of kort is. Het geldt natuurlijk niet voor alle soorten haar.” Het geheim van de spectaculaire resultaten van Fructis zit hem in de „ceramide en de AHAs van vruchten, die de kern van de vezel van je haar versterken”, zo vertelt de verpakking. Daar valt de klant stil van, maar de vrouw aan de andere kant van de lijn ook. „Kijk maar even op de website, daar staat alles over die marketingtechnische dingen.”


Leuk voor de kinderen

Als je niet prat kunt gaan op een gezond product, moet je zorgen dat het lekker en leuk is. Dat is ze gelukt bij Venz. Met hun achterkant vol mopjes, raadsels en spelletjes hebben ze de juiste doelgroep te pakken: de kinderen. Renske Sprakel, marketingadviseur van Venz, weet dat de fabrikant al sinds de komst van zelfbedieningswinkels de kinderen op het oog heeft. „Op de eerste zakjes stonden twee kindertjes onder een paraplu: Roel en jawel, Renske.”

In 1983 richtte Venz een fanclub op, die na twee jaar al 60.000 leden telde. Op een gegeven ogenblik werd dat te arbeidsintensief en in 1990 stopte de club daarom met het versturen van fanpost. De grappen en raadsels verhuisden naar de achterkanten van de pakken, onder de naam Hagelnieuws. „We vinden het leuk om er als bedrijf voor te zorgen dat ouders en kinderen door Hagelnieuws een gezellig contactmoment aan tafel hebben.” Venz probeert de laatste jaren er ook voor te zorgen dat de kinderen meer gaan bewegen. „Dan is een boterham met hagelslag ook niet zo erg.” Soms geeft Venz de tip om met kinderen uit de buurt een straatvoetbaltoernooi te organiseren, een andere keer biedt de hagelslagfabrikant de mogelijkheid om de spelcomputer Xbox 360 met Kinect te winnen.


Lekker gezond

Het aantal keurmerken voor gezond en eerlijk voedsel is gigantisch. Ook doen fabrikanten zelf grote moeite om hun product als zo gezond mogelijk voor te stellen. ”Bewuste keuze” is zo’n mooie term waar vaak mee geschermd wordt. Alsof je niet bewust voor een vette portie friet kunt kiezen, puur omdat het af en toe zo lekker is.

Een club die de laatste jaren aan de weg timmert om klanten bewuster te maken van misleidende reclame op voedselverpakkingen, is Foodwatch. De organisatie bestookt fabrikanten met e-mails en reikt het Gouden Windei uit aan de fabrikant die het beste misleidt. Foodwatch speurt giftige stoffen in levensmiddelen op. De club voelt bedrijven aan de tand over klimaatvriendelijkheid. Een kijkje op de website leert dat maar weinig fabrikanten van levensmiddelen veilig zijn voor deze gezondheidspolitie.

www.foodwatch.nl


Dikke vrienden

Wie heeft het zich niet afgevraagd bij de potten van HAK: moet je nu de groeten of de groenten van HAK hebben? Inmiddels is de slogan van het etiket verdwenen, maar het is nog altijd slim om lief te zijn voor je klanten. Bij Arla Foods betreden ze wel erg nadrukkelijk de persoonlijke zone. „Gelukkig groeien in het gras ook bloemen & klavers. Proef je?” zo staat er heel vertrouwelijk op het pak biologische karnemelk. Arla is dan ook goed voor mens en dier, zo meldt arla.nl. Een foto bij het praatje toont het aan: „Wil jij mijn theezakje gebruiken?” biedt de ene collega de andere aan. Als dat niet groen en lief is.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer