Binnenland

Kamer nog niet klaar met prostitutiewet

DEN HAAG – De Tweede Kamer rondt het debat over de prostitutiewet pas af na het voorjaarsreces, eind deze maand.

Redactie politiek
11 February 2011 09:29Gewijzigd op 14 November 2020 13:39
Foto ANP
Foto ANP

Nadat minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) gisteren had gereageerd op de inbreng van de fracties in het eerste debat van vorige week, wilden vooral de woordvoerders van de oppositiefracties D66, GroenLinks en PvdA de definitieve besluitvorming opschorten. De komende weken willen zij hun fracties raadplegen over de prostitutiewet.

Het kabinet beoogt met de wet onder andere misstanden, zoals uitbuiting en mensenhandel in de prostitutiebranche, terug te dringen. Daartoe worden alle prostitutiebedrijven onderworpen aan een uniforme vergunningplicht.

Aan alle sekswerkers, ook de zogeheten vrijgevestigde thuiswerkers, wil het kabinet bovendien een registratieplicht opleggen. Deze maatregel moet ervoor zorgen dat dit deel van de branche, dat ook onder de nieuwe wet niet vergunningplichtig is, toch zichtbaar en controleerbaar is voor het gemeentebestuur.

De doelstelling van het kabinet om misstanden te bestrijden, wordt breed gedeeld. Een flink deel van de Kamer twijfelt echter over de registratieplicht, zo bleek vorige week; niet alleen de oppositiefracties van D66, GroenLinks, PvdA en SP, maar ook regeringspartij VVD. Zij vrezen dat een registratieplicht stigmatiserend werkt en dat een deel van de prostituees, om onder de verplichting uit te komen, uitwijkt naar het illegale circuit.

Gisteren verklaarde Opstelten tot ongenoegen van de oppositie dat hij toch vasthoudt aan dit element van de wet. Hij volgde daarbij dezelfde argumentatie als indertijd minister Hirsch Ballin (CDA): de registratieplicht zorgt voor een contactmoment tussen prostituees en gemeenten. Vooral de GGD moet dat moment benutten, om het vertrouwen te winnen van prostituees en signalen van misstanden aan te kaarten bij de politie, aldus Opstelten.

Om het draagvlak voor de wet te verbreden, trok de minister gisteren het meest omstreden voorstel, een verplicht registratiebewijs voor elke prostituee, in. In plaats van een werkpas krijgen prostituees nu alleen een registratienummer waaronder ze in een landelijk register worden ingeschreven. Met deze aanpassing weet Opstelten zich definitief verzekerd van de steun van de VVD. CDA, PVV, ChristenUnie en SGP hadden los daarvan al hun steun uitgesproken voor de wet.

Het wegvallen van de pas betekent overigens wel dat klanten niet meer in één oogopslag kunnen zien of de prostituee die zij willen bezoeken legaal aan het werk is. Dit is een complicatie, omdat het kabinet met de wet ook wil afdwingen dat het gebruikmaken van de diensten van een niet-geregistreerde prostituee strafbaar is. Opstelten moet de Kamer daarom uitleggen hoe klanten zonder de pas toch vooraf kunnen achterhalen of een prostituee zich heeft geregistreerd. In het vervolgdebat na het voorjaarsreces keert dit onderwerp terug.

In de Kamer was er gisteren brede steun voor het pleidooi van CU en SGP dat Opstelten het voortbestaan van uitstapprogramma’s voor prostituees moet waarborgen. Medio dit jaar wil het kabinet de financiële verantwoordelijkheid voor deze programma’s overdragen aan gemeenten. Opstelten zegde gisteren alleen toe dat hij bij verantwoordelijk staatssecretaris Veldhuijzen (Zorg) zal aandringen op „een warme overdracht” van deze programma’s.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer