De jongen wekte geen argwaan, omdat er een school vlakbij de kazerne van het regiment staat. Mardan, ongeveer 120 kilometer ten noordwesten van de Pakistaanse hoofdstad Islamabad, is een stad die naar schatting anderhalf miljoen inwoners telt, ruim vier keer zo veel als zestig jaar geleden. Het hoofdkwartier van het regiment was vijf jaar geleden ook doelwit van een bomaanslag. Toen kwamen meer dan twintig militairen om.

Ten westen van Mardan verrijzen de bergen waar extremistische Taliban actief zijn. De streek was de afgelopen tijd relatief kalm. Maar de Taliban hebben donderdag via een woordvoerder tegenover de BBC meer aanslagen aangekondigd.

Woordvoerder Azam Tariq zei dat „de aanvallen op hen die de Amerikanen verdedigen, door zullen gaan”. Hij zei dat de aanslag in Mardan een wraakactie was voor de slachtoffers van de Amerikaanse bombardementen met onbemande vliegtuigjes op de Federaal Bestuurde Stamgebieden (FATA). Die ontoegankelijke streek vormt de uitvalsbasis van onder anderen de Taliban.

Pakistaanse militairen hebben naar eigen zeggen in de bergen in het noordwesten van het land kampen aangetroffen waar jongens van naar schatting 10 tot 12 jaar werden getraind voor het plegen van zelfmoordaanslagen.