„Vmbo’er heeft onderwijs op maat nodig”
NIEUWEGEIN – Hoe bereid je leerlingen van het laagste niveau voor op een arbeidsmarkt die steeds meer eisen stelt? Niet door koste wat kost te proberen hen naar een hoger niveau te krijgen. Wel door een breder palet aan vaardigheden aan te bieden.
Het was dinsdag een van de conclusies in een discussie tijdens het Nationaal Vmbo-congres in Nieuwegein. Dr. J. van der Waals, lector vmbo aan de Hogeschool van Amsterdam, schetste de problemen waarmee het vmbo kampt: een negatief imago, hoge voortijdige schooluitval, een dalend niveau, een verminderd veiligheidsgevoel, en een gebrek aan hulp voor zorgleerlingen.
Het aantal voortijdige uitvallers mag dan gedaald zijn van 50.000 naar 40.000, het zijn er nog altijd zorgwekkend veel, en de meesten tuimelen op vmbo of mbo buiten boord. Het wordt een tijdbom onder de Nederlandse economie genoemd.
Vbo en mavo werden in 1999 samengevoegd om de problemen het hoofd te bieden en de aansluiting op het mbo te verbeteren, maar de problemen lijken eerder gegroeid dan geslonken, stelde Van der Waals vast.
„Kern van de zaak is dat in ons onderwijssysteem kinderen al vroeg te horen krijgen wat ze níét kunnen: te weinig punten op de Cito-toets, dús vmbo. Leerlingen en ouders zijn juist tevreden over het vmbo-onderwijs.”
Funest voor de motivatie van vmbo’ers is het in elk geval als ze de eerste tijd vooral avo-vakken en weinig praktijkles krijgen. Onder- wijs op maat is nodig, concludeerden de congresgangers. Daar zijn al oplossingen voor bedacht: leer-werktrajecten, vm2-trajecten (waarbij een vmbo- en een mbo-opleiding geïntegreerd zijn), assistentenopleidingen, vakcolleges en de werkplekkenstructuur (nagemaakte werkplekken binnen de school, om zo nauw mogelijk aan te sluiten bij de praktijk).
In veel scholen is het onderwijs echter nog te veel docent- en leerstofgestuurd, stelde Van der Waals. „Het lijkt een dilemma dat wat de leerlingen leuk vinden, slecht aansluit bij wat de maatschappij van hen vraagt. Maar dat valt mee. Probleem is dat wíj leerlingen in een malletje gieten en dat dát slecht bij de samenleving past.”