Opinie

Commentaar: Gebedsleven Obama

Het presidentschap van Barack Obama komt op velen als nogal seculier over. De liberale agenda die Obama tijdens zijn verkiezingscampagne promootte, zette bij het Amerikaanse volk al een heel andere toon dan die van zijn voorganger George W. Bush. En ook gedurende de eerste helft van zijn ambtsperiode gaf Obama nauwelijks blijk van zijn diepste religieuze gevoelens. Dat leidde er zelfs toe dat boze tongen bij herhaling beweerden dat het staatshoofd in werkelijkheid moslim is.

Hoofdredactioneel commentaar
8 February 2011 11:18Gewijzigd op 14 November 2020 13:36

Vorig jaar Pasen verbaasde Obama vriend en vijand al door tijdens een ontmoeting met christelijke leiders vrijmoedig te spreken over Christus als „onze opgestane Zaligmaker.” De president vertelde echter nooit over zijn persoonlijk geloof.

Vorige week veranderde dat plotseling drastisch. Tijdens het Nationaal Gebedsontbijt gaf de Amerikaanse president op ongewoon open wijze zijn christelijke overtuiging bloot. Zo vertelde Obama dat hij de Heere elke morgen om kracht vraagt om het beste voor het Amerikaanse volk te doen. Ook besluit hij elke dag met het vragen van vergeving voor zijn zonden en een bede om bescherming van zijn gezin en het land.

De ontboezemingen leidden in de Verenigde Staten tot een nationaal debat. Critici waren snel in hun oordeel. De presidentsverkiezingen van 2012 staan immers voor de deur. De ontboezemingen van Obama over zijn persoonlijk geloof zouden dan ook niet meer betekenen dan een stille aftrap voor zijn herverkiezingscampagne. Met Bijbelteksten gelardeerde uitspraken over je godsdienstige overtuiging doen het doorgaans goed bij religieus rechts in Amerika. En leveren dus stemmen op.

Daar komt bij dat het gezin Obama zelden een kerk vanbinnen ziet, wat hem door veel Amerikanen –terecht– kwalijk wordt genomen. Zelf doet de president die kritiek af met het argument dat hij sceptisch staat ten opzichte van „georganiseerde godsdienst.”

Toegegeven, de grens tussen strategische uitlatingen om electoraal gewin en oprechte geloofsontboezemingen kan bij politici soms flinterdun of zelfs helemaal afwezig zijn.

Aan de andere kant is het een verademing als een wereldleider vertelt dat hij dagelijks Gods aangezicht zoekt om te vragen om Zijn leiding over zijn verantwoordelijke arbeid. Ook doet het weldadig aan als Obama de kritische Republikeinse senator Tom Coburn –voluit een politieke tegenstander– een „broeder in Christus” noemt.

In Amerika kán dat allemaal. Ondanks alle kritiek uit rechts-conservatieve hoek kijkt geen Amerikaan er gek van op als zijn president de Bijbel citeert en zich over zijn gebedsleven uitlaat. Sterker nog: het land zou op zijn kop staan als het staatshoofd een tv-toespraak niet zou eindigen met de bekende woorden ”May God bless the United States of America”.

In Nederland is dat totaal ondenkbaar. Godsdienst is prima, maar houd het vooral voor jezelf, is het devies. Een nationaal debat over het gebedsleven van de minister-president? Met alle kanttekeningen die daarbij zijn te maken, geldt dan toch: was het maar waar.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer