”Heert, mijn zoon, waar ben je?”: een verhaal om je aan te spiegelen
In een bespreking van een boek van Leland Ryken las Ariejon Altena-Blommers (59) uit Meteren: „Literatuur zal ons niet altijd naar de Stad van God leiden, maar het maakt ons verblijf op deze aarde wel veel meer een zaak van schoonheid, vreugde, inzicht en menselijkheid.” Gevraagd naar haar lievelingsboek schoot haar meteen de titel ”Heert, mijn zoon, waar ben je?” (1949) van Cor Bruyn te binnen. „Of het boek literatuur is, durf ik niet te zeggen, maar wel was de herinnering eraan er een van schoonheid en vreugde. Als ik het boek zag staan in mijn boekenkast, voelde ik me altijd blij worden.” Om erachter te komen waar die blijdschap precies vandaan kwam, besloot Altena-Blommers het boek opnieuw te lezen.
Het verhaal speelt zich af in Hoorn in de 15e eeuw. Het wordt verteld door Heerts broer Ewout, de denker, de zwaarmoedige, de genieter van kleine dingen. Heert is een vrolijke, ondeugende jongen, die uitgroeit tot iemand die gewetenloos met mensen omgaat. Vijf vrouwen en een man worden slachtoffer van zijn handelen.
De zeeman Jaep, die de opdracht had om Heert, Ewout en hun moeder bij te staan bij hun vlucht uit het belegerde Hoorn, wordt door toedoen van Heert gedood door de vijand. Als Heert bij een tweede vluchtpoging zoekraakt, gaat zijn moeder de belegerde stad weer in, waar ze omkomt.
Als hij wat ouder is, maakt Heert een meisje, Stine, zwanger, dat daarna door haar vader in een klooster wordt geplaatst. Als Ewout voor een halfjaar naar het buitenland gaat met de bedoeling daarna de hand van zijn geliefde Lobberich te vragen, is het Heert die haar verleidt. Op de dag dat Ewout terugkomt pleegt ze zelfmoord. Nog weer later doen in de stad geruchten de ronde dat de nieuwe vrouw van Heerts vader zwanger is van Heert, die inmiddels de stad is ontvlucht.
Verbitterd gaat Ewout op zoek naar zijn broer, met de bedoeling om wraak te nemen, vooral vanwege Lobberichs dood. Als hij hem uiteindelijk vindt, vermoordt hij hem, in de overtuiging dat gerechtigheid is geschied. Maar later, al schrijvend en terugkijkend op zijn leven, wordt Ewout steeds meer bevangen voor twijfel. Wás het gerechtigheid, toen hij Heert vermoordde?
Altena-Blommers: „Het verhaal boeide me weer. Toch was er dit keer, nu ik het boek in een andere levensfase las, iets wat me meer dan de andere keren in beslag nam. Ik werd steeds meer gegrepen door de innerlijke strijd die Ewout vanaf het begin van het boek voert. Wat begrijp ik Ewout in zijn drang naar rechtvaardigheid. Het is de doorbraak naar schuld belijden, vergeven en dan ook genade en vrede in Christus ontvangen, die me dat blije gevoel gaf. Daarom: een prachtig boek. Om je aan te spiegelen, zoals de raad van Reynuwe op de laatste bladzijde luidt.”
Dit is de elfde aflevering van een serie waarin lezers aan het woord komen over een boek dat bijzondere betekenis voor hen heeft.