Cultuur & boeken

Willem de Mérode: Altijd uitkomen bij de volkmaakte Geliefde

”De gedroomde zoon”, een bloemlezing uit het werk van Willem de Mérode, doet soms haast mystiek aan. Hij schrijft over de worsteling in de relatie met God, maar ook over het lichaam, liefde en jongens.

Klaas Fraanje
4 February 2011 07:18Gewijzigd op 14 November 2020 13:33
Willem de Mérode. Foto Hans Werkman
Willem de Mérode. Foto Hans Werkman

In de middeleeuwen konden diepgelovige mensen hun relatie met Christus soms niet anders beschrijven dan door die te vergelijken met een uiterst intieme liefdesrelatie. In zulke mystieke teksten over de hemelse Geliefde, de volmaakte Jongeling, spelen ook schuld en gebrokenheid een rol. Die mystieke combinatie, van doorleefd geloof met een soms wel erg plastische beschrijving van het liefdesleven met Christus, zal niet voor iedere moderne christen na te voelen zijn.

Willem Jan Otten en Hans Werkman presenteren in ”De gedroomde zoon” een selectie van 100 van de meer dan 2300 gedichten van De Mérode. Zijn oeuvre mag dan enorm zijn, stijl en vorm lijken nauwelijks een verandering te hebben doorgemaakt. Of dat te maken heeft met de selectie van de bloemlezers wordt niet duidelijk uit de inleiding. Toch is het een mooie bloemlezing geworden met een goed geschreven inleiding waarin veel wordt aangestipt. De gedichten staan nagenoeg in omgekeerd chronologische volgorde, van levenseinde tot dichterlijke geboorte.

De gedichten van De Mérode zijn vrij behoudend van vorm. Vaak hebben ze een duidelijke indeling en volgen ze een herkenbaar rijmschema. Deze vormvastheid doet niets af aan de vrijheid van de gedichten zelf. Natuurlijk zijn ze niet allemaal even goed en hier en daar is te voelen dat de gekozen vorm wat dwang vereiste. De gevallen waarin de vorm negatief opvalt, zijn echter schaars. Het is eerder andersom: juist door de rustige en herkenbare vorm valt de aandacht extra op taal en inhoud.

Het aantal sonnetten in de bundel is bijzonder hoog, waarbij opvalt dat De Mérode zowel de petrarkische (tweemaal vier plus tweemaal drie regels) als de shakespeariaanse variant (driemaal vier plus twee regels) hanteert. De kwaliteit van zijn sonnetten en hun vermogen om te verrassen, bewijzen hoe gevarieerd en levendig ook gedichten in een traditionele vorm kunnen zijn.

Hoewel woordkeus of constructie nu misschien soms wat oubollig lijken, blijft De Mérodes poëzie een plezier om te lezen. Woordkeus, rijmen en ritme staan op een prettige manier ten dienste van de inhoud. Met klankkleuren en beelden schetst de dichter precies de sfeer en het gevoel waarin de strekking van zijn gedichten kan wortelen.

De gedichten van De Mérode zijn zeker niet vernieuwend of experimenteel en waren dat ook in zijn tijd niet. Misschien laten ze zich nog het beste kenschetsen als authentiek en fijnzinnig. Dat heeft veel te maken met de inhoud.

Begrippen als droom en zoon komen, de titel duidt daar ook op, steeds terug in de bundel. Daarnaast komen liefde, verlangen en schuld steeds weer voor het voetlicht. Er is sprake van ziekte en verslagenheid, terwijl andere gedichten juist vol zijn van de pracht van de natuur en jonge lichamen. Het is een geheel eigen combinatie van motieven, maar naarmate de lezer ze vaker herkent, wordt ook steeds meer de worsteling van de dichter voelbaar.

Een dichter die soms haarscherp het schreeuwende verlangen van een schuldige naar God en de zoekende liefde van Christus weet uit te drukken. Tegelijk een dichter die de gerichtheid van zijn liefde en verlangen niet kan verloochenen. Deze beladen combinatie maakt dat De Mérode, ook in de 21e eeuw, weet te boeien.

”De gedroomde zoon” bevat niet alleen veel mooie en goede gedichten, maar biedt ook een ontroerende en eerlijke inkijkje in de worsteling van een gelovige. Een dichter die zichzelf en zijn zonde niet de baas wordt, maar juist daarom steeds weer bij de volmaakte Geliefde uitkomt.

Voorbereiding

Hun harten voelden zij als boeken

in Gods geduchte hand gelegd,

en wisten dat Hij al hun slecht

gedrag gerecht zou onderzoeken.

Zij lazen bang en hunkerend mee,

en zagen wat zijn vingers wezen.

Was er niets goeds? Hun schaamte en vrezen

groeiden tot een verschroeiend wee.

God had de boeken dichtgedaan,

en zou het grote vonnis spreken.

Toen dorst hun stem de stilte breken:

O Here Jezus, neem ons aan!

En ’t bonzend hart dat ze in zich vonden

was vlekkeloos en zonder zonden.

Willem de Mérode. De gedroomde zoon. 100 gedichten, Willem Jan Otten en Hans Werkman (red.); uitg. Aspekt, Soesterberg, 2010; ISBN 978 90 5911 999 4; 128 blz.; € 16,95.


Willem de Mérode

Willem de Mérode is de dichtersnaam van Willem Eduard Keuning (1887-1939). Hij wordt beschouwd als de belangrijkste Nederlandse calvinistische dichter van zijn generatie.

De Mérode kwam door zijn homoseksualiteit in conflict met de maatschappij en het geloof. In 1924 werd hij wegens een seksueel contact met een minderjarige tot acht maanden gevangenisstraf veroordeeld. De worsteling met zijn gevoelens en de verhouding tot God vormen een belangrijk thema in zijn werk.

In 1983 publiceerde Hans Werkman de biografie ”De wereld van Willem de Mérode”, waarvoor hij de Henriëtte Beaufortprijs kreeg. Deze maand verschijnt bij uitgeverij Aspekt een herziene uitgave van deze biografie onder de titel ”Bitterzoete overvloed”. In 1987 verzorgde Werkman de uitgave van de ”Verzamelde gedichten” van De Mérode.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer