Zwakke schakels in verloskundige spoedzorgketen
De verloskundige spoedzorgketen kent nog te veel zwakke schakels, stelt dr. Trees Wiegers.
De zorg voor vrouwen die tijdens de bevalling met spoed naar het ziekenhuis moeten, blijkt over het algemeen goed te verlopen. Vooral door goede persoonlijke contacten tussen verloskundigen, ambulancezorgverleners en zorgverleners in het ziekenhuis. Maar aan heldere, duidelijk vastgelegde afspraken ontbreekt het nog wel eens.
Bij de zorg rond zwangerschap, bevalling en kraambed kunnen veel verschillende zorgverleners betrokken zijn, zoals huisartsen, verloskundigen, gynaecologen, verpleegkundigen, kraamverzorgenden en soms ook kinderartsen, neonatologen en ambulancemedewerkers. Ze vormen samen de zogenoemde verloskundige keten. Zeker in geval van spoed moeten ze elkaar snel kunnen vinden. Als de samenwerking minder goed verloopt, kan dat ernstige gevolgen hebben voor moeder en kind.
Gemiddeld een op de honderd spoedritten van de ambulance is een verloskundige rit, waarbij een zwangere of barende vrouw, of een pasgeboren baby wordt vervoerd. Meestal gaat het goed en verloopt ook de overdracht naar en in het ziekenhuis soepel door goede persoonlijke contacten. Toch weten de verschillende zorgverleners niet altijd wat ze van elkaar kunnen verwachten en zijn ze onvoldoende bekend met elkaars protocollen en werkafspraken. Ambulancemedewerkers verwachten bijvoorbeeld dat de verloskundige alvast een infuus prikt, terwijl niet alle verloskundigen dat kunnen.
Door misverstanden of onbekendheid met de expertise van de verschillende zorgverleners kan in allerlei schakels van de keten onnodig kostbare tijd verloren gaan. Bijvoorbeeld in het ziekenhuis als de aanwezige arts-assistent eerst zelf de patiënte wil zien voordat hij de gynaecoloog oproept. Of thuis, als er tilassistentie nodig blijkt omdat de barende vrouw op een bovenverdieping woont zonder lift en ook met hulp de trap niet meer af kan. Verloskundigen zouden daarom voor de bevalling een huisbezoek kunnen doen. Ze kunnen zich dan op de hoogte stellen van de situatie en vooraf met hun cliënte bespreken of, en zo ja hoe thuis bevallen verantwoord is.
Voor de melding van een spoedgeval aan de meldkamer bestaan geen vaste regels. Evenmin als voor de overdracht aan het ambulancepersoneel, naar het ziekenhuis en terug naar de verloskundige. Terwijl er binnen de beroepsgroepen wel afspraken en protocollen zijn. Verloskundigen, ambulancepersoneel en zorgverleners in het ziekenhuis zouden daarom van elkaars protocollen op de hoogte moeten zijn.
De verschillende beroepsgroepen zouden verder bijvoorbeeld meer samen bijscholing kunnen volgen. In diverse regio’s gebeurt dit al wel en er zijn ook andere goede initiatieven, maar die moeten nog veel breder worden verspreid om de verloskundige spoedzorgketen te verbeteren.
De auteur werkt als onderzoeker bij het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (Nivel).