De reis van Emo
Fictie over de middeleeuwen komt in ons land weinig voor. We hebben ”Hasse Simonsdochter”, ”Floris” en natuurlijk ook ”Kruistocht in Spijkerbroek”. Nu is er een nieuw boek aan het rijtje toegevoegd: ”Emo’s labyrint” van Ynskje Penning.
Het verhaal gaat over abt Emo van het klooster Wittewierum in Groningen. Hij komt uit een adellijke familie en heeft theologie en kerkelijk recht gestudeerd in Parijs, Orléans en Oxford. Zijn neef, die ook Emo (van Romerswerf) heet, heeft het recht verworven om in het kerkje van Wierum geestelijke te worden. De lokale edelman Ernestus maakt echter bezwaar; hij mag als kasteelheer zelf een pastoor benoemen en daarvoor heeft hij zijn zoon op het oog.
Ernestus slaagt erin de bisschop van Munster zover te krijgen dat deze via een oorkonde aangeeft dat de aanspraken van Emo van Romerswerf niet legitiem zijn. De andere Emo vertelt de bisschop dat er sprake moet zijn van een misverstand, maar hij krijgt nul op het rekest. Een gewoon mens zou zich erbij neer hebben gelegd, maar Emo is geen gewoon mens. Hij gaat naar de paus van Rome om zijn recht te halen. Hij vertrekt op 9 november 1211 en arriveert op 20 januari 1212.
In Rome bezoekt hij veel diensten waarin paus Innocentius III voorgaat in de Sint-Jan van Lateranen. Bovendien besteedt hij veel energie aan zijn rechtszaak. Hij krijgt zijn oorkonde en geeft hem dan meteen in onderpand aan kooplui omdat hij geld van hen wil lenen. Waarvoor het geld is, zegt hij niet, wel dat hij bang is om als geestelijke van zijn brieven beroofd te worden door rovers in Noord-Italië. Ironisch genoeg worden de kooplui vervolgens beroofd. Weg oorkonde. Een metgezel keert terug en krijgt alsnog een exemplaar. Als Emo weer thuis is, wordt de zaak geschikt door de zoon van Ernestus af te kopen.
We weten dat Emo deze reis ondernam omdat hij daarover vertelt in de ”Kroniek van het klooster Bloemhof te Wittewierum”, waarvan in 1991 een Latijns-Nederlandse editie verscheen. In die kroniek noemt hij precies langs welke steden en kloosters hij trok.
Ynskje Penning heeft, samen met hoogleraar middeleeuwen Dick de Boer, de hele reis overgedaan. Zoals zij de reis beschrijft, kan het in werkelijkheid goed zijn gegaan. Sommige zaken zijn fictief. Zo bedacht ze dat Emo het geld nodig had om de pauselijke ambtenaren om te kopen. Bovendien ontmoet het gezelschap op de terugreis de jongeren van de kinderkruistocht. Ze herkennen prompt een knaap uit Coevorden. Het beroep op de Friese vrijheid in 1211 is wel een misser, want in 1165 maakten de Utrechtse bisschop en de Hollandse graaf afspraken over een gezamenlijke overheersing op afstand.
Waarom het boek de titel ”Emo’s labyrint” heeft meegekregen is niet duidelijk. Misschien om de sfeer van Umberto Eco’s beroemde ”De naam van de Roos” op te roepen? Ynskje Penning schreef een dik boek vol verzinsels in een goede historische setting, maar het verhaal is zeker geen thriller zoals op de voorpagina vermeld staat. Het boek is niet echt spannend en er staan lange beschrijvingen over paarden en landschappen in. ”Emo’s labyrint” is eigenlijk meer een reisboek op de grens van fictie en non-fictie, met mooie kaarten. Qua sfeer zou het boek zo in een reformatorisch boekenfonds passen.
Emo’s labyrint, Ynskje Penning; uitg. Penningboek (penningboek.nl), Haren, 2010; ISBN 978 90 816 0991 3; 464 blz.; € 18,95.