Economie

Inflatie bedreigt Chinese groeiambitie

De reus ontwaakt, heet de pijlsnelle opmars van China dikwijls. De reus doet er echter goed aan scherp te letten op het prijslabel aan zijn zevenmijlslaarzen.

Marcel ten Broeke
28 January 2011 22:51Gewijzigd op 14 November 2020 13:29Leestijd 4 minuten

Sinds de Chinese Volksrepubliek eind jaren zeventig onder partijleider Deng Xiaoping de achterdeur opende voor de markteconomie, is het Aziatische land met afstand de snelste groeier ter wereld. Jarenlang nam de omvang van de Chinese economie toe met een dubbele cijfers: getallen waar in het Westen de vinger bij zouden worden afgelikt.

Viel de groeispurt rond het ontstaan van de kredietcrisis eind 2008 eventjes terug, in het laatste kwartaal van vorig jaar versnelde ze weer. Vooral dankzij een fors hogere industriële productie, maar ook door aantrekkende consumentenbestedingen. Over heel 2010 kende China een economische groei van 10,3 procent: het hoogste tempo in drie jaar.

Met een bruto binnenlands product (bbp) van circa 40 biljoen yuan (4000 miljard euro) is het China van nu bijna honderd maal groter dan voor de ‘Wende’. Ook heeft het land inmiddels de nummer twee op de economische wereldranglijst, Japan, achter zich gelaten. Nu alleen de VS nog, zullen ze in Peking denken. Toch kan dat nog wel even duren. Het Amerikaanse bbp is nog altijd bijna drie keer zo groot.

Toch moet Washington zich niet al te veel illusies maken over die voorsprong. Onlangs becijferde de Amerikaanse zakenbank Goldman Sachs dat ergens tussen 2025 en 2030 de Chinezen langzij zullen komen. Torenhoge begrotingstekorten en een daarmee nog altijd rap oplopende staatsschuld zijn slechts enkele van de problemen waar de VS mee kampen.

Met de explosieve Chinese groei neemt de laatste weken de vrees toe dat de Aziatische economie langzaam maar zeker oververhit aan het raken is. Uit een recent onderzoek door Bloomberg bleek dat bijna de helft van de ondervraagde beleggers binnen vijf jaar een financiële crisis verwacht in China. Niet voor niets is de Chinese beurs sinds de piek van begin november al met ongeveer 15 procent gedaald.

De economische groei is in China juist zo hoog omdat het land al jarenlang kunstmatig zijn munt laaghoudt tegenover de dollar. Dat leidt tot een hoop ergernis in de VS, waar ze de exportpositie zien teruglopen, maar heeft óók voor China niet alleen maar voordelen. Het leidt tot een enorme toevloed van valuta richting China wat de inflatie tot steeds grotere hoogten drijft. Nu vallen de officiële inflatiecijfers met een procent of 6 al niet mee, volgens Chinese insiders bedraagt de werkelijke prijsstijging –die de overheid zou verhullen– maar liefst het dubbele.

Beducht als ze is dat de stijgende inflatiecijfers voor sociale onrust in het land kunnen zorgen, probeert China de inflatie, die inmiddels al veel hoger is dan de gemiddelde Chinese rente op spaarrekeningen, aan te pakken. De beste methode zou zijn om de Chinese yuan te laten stijgen tegenover de dollar. Maar dat lijkt Peking overduidelijk niet te willen om daarmee de export niet te ondermijnen.

Tot nog toe probeert de Chinese regering de inflatie vooral te keren met renteverhogingen. Die hebben echter weinig nut, omdat dit China nog aantrekkelijker maakt voor buitenlands kapitaal dan het land al is.

In deze fundamentele fout, die China de komende tijd best eens zou kunnen opbreken, liggen ook lessen voor de westerse wereld. Want ook dáár houdt men uit angst om de nog broze economie te beschermen angstvallig vast aan dubieus beleid.

Zo staat de rente in Europa en de VS al erg lang, erg laag. De eerste tekenen van een oplopende inflatie zijn ook hier zichtbaar. In Groot-Brittannië bedraagt de gemiddelde prijsstijging zelfs al bijna 4 procent. Bijkomend probleem is dat de economische groei er, mede dankzij massieve bezuinigingsoperaties van de overheid, aan het teruglopen is. In het laatste kwartaal van 2010 kromp de Britse economie zelfs.

Daarmee lijkt het Verenigd Koninkrijk te verzanden in de weinig aantrekkelijke hoek van stagflatie (stijgende prijzen, economische krimp). Een lastige situatie die het dagelijkse dillemma voor centraal bankiers –moeten we nu de economie stimuleren of de inflatie remmen– alleen maar groter maakt.

Omdat in de eurozone een oplopend prijspeil op dit moment echter een groter gevaar lijkt dan krimp, doet de ECB er goed aan zo snel mogelijk te beginnen met het verhogen van de rente. De geschiedenis leert dat een te late start de problemen alleen maar groter maakt.

Meer over
Groot Geld

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer