Gezondheid

Wetenschappelijk onderzoek naar tranen

Tranen. Ieder mens kent ze. Maar wanneer stromen ze? En waarom? Wetenschappers proberen er de vinger achter te krijgen.

Anca Boon
27 January 2011 15:31Gewijzigd op 14 November 2020 13:27
Tranen. Ieder mens kent ze. Maar wanneer stromen ze? En waarom? Wetenschappers proberen er de vinger achter te krijgen. Beeld RD, André Dorst
Tranen. Ieder mens kent ze. Maar wanneer stromen ze? En waarom? Wetenschappers proberen er de vinger achter te krijgen. Beeld RD, André Dorst

Hoe komt het dat er nog maar weinig onderzoek is gedaan naar het huilen van mensen? Het is een vraag die niet zo gemakkelijk valt te beantwoorden, zegt dr. Ad Vingerhoets, hoogleraar emoties en welbevinden aan de Universiteit van Tilburg. „Ik vermoed dat collega-psychologen tranen vooral zien als een fysiologische reactie. Zoals vlinders in de buik of knikkende knieën. Zoiets gaan ze niet wetenschappelijk onderzoeken. Dit in tegenstelling tot emoties zoals angst en liefde. Ik vind dat een groot misverstand. Huilen is gedrág, meer dan mensen zich vaak realiseren.”

Huilen met tranen beperkt zich tot het menselijk ras; onder dieren komt dit verschijnsel niet voor. „We kennen wel de zogeheten separation calls, het piepen van jonge dieren wanneer ze hun moeder kwijt zijn.” Dat roepen valt misschien te vergelijken met het huilen van kleine kinderen, bij volwassenen gaat de vergelijking niet meer op. Dan is het uiten van emoties door het produceren van tranen uniek voor de mens.

Welke omstandigheden iemand in tranen brengen, zullen velen wel kunnen benoemen. Een opmerkelijk punt waar Vingerhoets op wijst, is dat deze situaties vaak tegenpolen van elkaar zijn: overlijden en geboorte, huwelijk en echtscheiding, inwijding en uitsluiting.

Toch zullen bij de een de waterlanders eerder stromen dan bij de ander. Hoe personen daarin onderling van elkaar verschillen, daarop hebben wetenschappers nog nauwelijks zicht. „Ieder heeft wellicht zijn eigen zwakke plek”, aldus Vingerhoets.

Die onderlinge verschillen maken onderzoek op dit terrein lastig, weet de hoogleraar. „Als je bijvoorbeeld een huilfilm laat zien aan een groep mensen, mag je blij zijn als 60 procent daarvan ook echt in tranen raakt.”

Wanneer mensen in het openbaar huilen, blijkt sterk cultureel bepaald. In het ene land rouwt men bijvoorbeeld anders dan in het andere. De hoogleraar beschrijft daarvan tal van voorbeelden in zijn boek ”Tranen”, dat afgelopen maand verscheen. „Het ritueel huilen in verschillende culturen rond begrafenissen komt op mij niet over als echt huilen. Ik vraag me dan af of het te maken heeft met een bepaalde stemming. Of geldt hier: zien huilen, doet huilen?” Als tegenpool noemt Vingerhoets de Palestijnse cultuur. „Daar zie je veel agressie rond een begrafenis. Verdriet en huilen bewaren ze voor thuis.”

Wanneer het gaat om huilen in een veilige omgeving –alleen of in aanwezigheid van goede vrienden, een echtgenoot of naaste familie– blijken de omstandigheden die iemand daartoe brengen wereldwijd niet veel van elkaar te verschillen. Verder geldt eigenlijk overal ter wereld: vrouwen huilen meer dan mannen.

Wel ontdekte Vingerhoets met eigen onderzoek dat er niet overal evenveel wordt gehuild. Zo bleken mannen en vrouwen in rijke landen meer tranen te vergieten dan in arme landen. „Ik vermoed dat dit heeft te maken met een grotere vrijheid in westerse landen om gevoelens te uiten.”

Opvallend noemt de hoogleraar de samenhang met het temperament van de bevolking. „Deze is namelijk omgekeerd aan wat ik had verwacht. Ik dacht dat bij emotionele Spanjaarden en Italianen de meeste tranen vloeien, maar voor het grote huilen moet je juist in Scandinavië zijn.”

Een goede verklaring heeft de psycholoog hiervoor niet. „In warme culturen wordt tot ’s avonds laat buiten gegeten en geleefd, en huilen doe je alleen thuis. Je zou dan verwachten dat er in Nederland ’s winters meer wordt gehuild dan ’s zomers. Bij nader onderzoek bleken de seizoenen maar een geringe invloed te hebben. Er moeten dus nog andere factoren zijn die een rol spelen.”

Het wetenschappelijk onderzoek naar tranen begon voor Vingerhoets in 1988 op een feestje, met de vraag die iemand hem stelde of huilen gezond is. „Hij zei: „Jij bent psycholoog, jij moet dat weten.” Ik moest hem echter het antwoord schuldig blijven. Toen ik in de literatuur ging zoeken wat erover bekend was, vond ik tot mijn verbazing niets.”

Tijdens een college aan de Vrije Universiteit in Amsterdam legde hij de kwestie voor aan zijn studenten. Die zagen er wel wat in om met dit onderwerp aan de slag te gaan. „Ze zeiden: Dan gaan wij dit toch als eerste onderzoeken.”

In de loop der jaren is het Vingerhoets wel duidelijk geworden dat er geen eenduidig antwoord is te geven op de vraag of huilen gezond is en of het oplucht. „Van mensen met een depressie hoor je bijvoorbeeld nooit dat ze zich na een huilbui beter voelen. De juiste vraag is daarom niet of huilen oplucht, maar voor wie en onder welke omstandigheden dat het geval is.”

Waar de wetenschapper graag meer inzicht in zou willen krijgen, is wat normaal huilgedrag inhoudt. „Wanneer mensen na een beroerte of als gevolg van een andere hersenaandoening veel huilen, spreken neurologen vaak van pathologisch huilen of, nogal respectloos, over emotionele incontinentie. Ze houden er echter geen rekening mee dat mensen met bijvoorbeeld kanker soms ook veel huilen nadat ze de diagnose hebben gekregen. Hoe kun je gedrag nu aanmerken als pathologisch, ziekelijk, als je niet eens weet wat normaal is?”

Mede n.a.v. ”Tranen. Waarom mensen huilen”, door Ad Vingerhoets; uitg. Prometheus, Amsterdam; ISBN: 978 90 351 3528 4; 256 blz.; € 18,95.


Soorten oogvocht

De wetenschap onderscheidt traditioneel drie soorten tranen. Over het algemeen zullen mensen het derde type, de emotionele tranen, als ‘echt’ huilen beschouwen.

Basale tranen, geproduceerd door kliertjes onder het bovenste ooglid, bevatten bacteriedodende stoffen die het oog beschermen. Ook zorgen ze ervoor dat we scherp kunnen zien. Met elke knipperbeweging komt er een nieuw laagje vocht over het hoornvlies te liggen.

Reflextranen komen uit de grote traanklieren die net boven onze ogen aan de buitenkant liggen. Ze komen op gang wanneer er een vuiltje in het oog zit of wanneer iemand uien snijdt. De tranen spoelen het oog schoon en helpen zo de oogbol te beschermen.

Emotionele tranen gaan stromen wanneer de grote traanklieren signalen daarvoor ontvangen vanuit de hersenen, vanuit de traankern (nucleus lacrimalis). Doordat deze structuur in verbinding staat met het emotionele brein kunnen emoties ertoe leiden dat iemand gaat huilen.

De Tilburgse onderzoeker Vingerhoets stelt echter liever de reflex- en de emotionele tranen op één lijn. „Ik verwacht dat hierbij dezelfde hersenstructuren zijn betrokken. Je kunt in dat geval spreken van fysieke pijntranen, namelijk pijn aan het oog, en van emotionele pijntranen.”


Wenen in de Bijbel

In de Bijbel komen tranen geregeld ter sprake. De Statenvertaling benoemt dit meestal als wenen, een enkele keer als huilen. Van ontroering, van verdriet of uit berouw.

(Gen. 46:29) Toen spande Jozef zijn wagen aan en toog op, zijn vader Israël tegemoet naar Gosen; en als hij zich aan hem vertoonde, zo viel hij hem aan zijn hals en weende lang aan zijn hals.

(Job 16:16) Mijn aangezicht is gans bemodderd van wenen, en over mijn oogleden is des doods schaduw.

(Ps. 39:13) Hoor, Heere, mijn gebed, en neem mijn geroep ter ore, zwijg niet tot mijn tranen; want ik ben een vreemdeling bij U; een bijwoner, gelijk al mijn vaders.

(Ps. 126:5) Die met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien.

(Pred. 3:4) Een tijd om te wenen en een tijd om te lachen; een tijd om te kermen en een tijd om op te springen.

(Matth. 26:75) En terstond kraaide de haan; en Petrus werd indachtig het woord van Jezus, Die tot hem gezegd had: Eer de haan gekraaid zal hebben, zult gij Mij driemaal verloochenen. En naar buiten gaande, weende hij bitterlijk.

(Joh. 11:35) Jezus weende.

(Openb. 21:4) En God zal alle tranen van hun ogen afwissen; en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch gekrijt, noch moeite zal meer zijn; want de eerste dingen zijn weggegaan.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer