Spinnen zijn onze vrienden
Bang voor spinnen? Een prima plek om die angst te overwinnen is het Natuurmuseum Fryslân. Op de tentoonstelling ”Spinnen, de mooiste dieren die er bestaan” ontdek je dat alleen insecten echt bang hoeven zijn voor spinnen.
„Kijk, dit vind ik de mooiste: de springspinnen.” Peter Koomen van Natuurmuseum Fryslân loopt naar een beeldscherm waarop een filmpje van een springspin is te zien. „Ze hebben vaak mooie kleuren: metallic, oranje gevlekt, groenig, blauw-rood.” Voor het scherm staat een flesje met een échte springspin erin, op alcohol. Koomen is als arachnoloog, spinnendeskundige, dé man achter de tentoonstelling in het museum in Leeuwarden.
Behalve de springspin is er nog een mooie soort te zien: de krabspin. „Die zijn heel lui; ze gaan op een plaats zitten waar insecten argeloos op afkomen.” Ze komen af op bloemen en nemen de kleur aan van de bloem waarop ze zitten. Zo hebben ze de perfecte schutkleur en kunnen ze foeragerende insecten gemakkelijk overvallen.
Springspinnen en krabspinnen komen ook in Nederland voor. Mensen zien ze alleen vrijwel nooit, en als dat wel het geval is, weten ze niet wat voor spin het is. Op de tentoonstelling in Leeuwarden zien bezoekers hoe de verschillende spinnensoorten leven en krijgen ze vanzelf bewondering voor deze schepseltjes. Sinds Koomen dertig jaar geleden als bioloog gefascineerd raakte door spinnen, heeft hij een grote liefde voor ze ontwikkeld. „Je moet je blikveld vernauwen, en dan zie je ineens de gekste dingen. Er zit een leuke wereld achter.”
Toch vindt hij niet alle spinnen er prachtig uitzien. „Deze mijnspin bijvoorbeeld is niet bepaald moeders mooiste. Ik vind het een koboldachtige verschijning, met die enorme gifkaken.” De mijnspin, die in Limburg en de Achterhoek voorkomt, spint op de grond een web in de vorm van een soort sok, waarin hij geduldig op een prooi wacht. Met aarde en bodemmateriaal camoufleert hij zijn sok. Zodra een insect op het web gaat zitten, grijpt de mijnspin zijn prooi, bijt hem dood en trekt hem dwars door het web naar binnen. Een regelrechte horrorscène.
Voor insecten, welteverstaan. Want één ding wordt heel duidelijk op de tentoonstelling: het is absoluut onnodig om bang te zijn voor spinnen. De psychologie legt spinnenangst uit als een van de vele onverklaarbare fobieën die er zijn, net als hoogtevrees.
Onnodig of niet, spinnenangst kan heel diep zitten. Ingeborg Meutgeert, hoofd educatie van het Natuurmuseum, had bijvoorbeeld een panische angst voor spinnen. Speciaal voor deze tentoonstelling is ze in therapie gegaan om van die angst af te komen. Daarin is ze geslaagd, vertelt ze in een filmpje. „Eerst wilden we er een griezeltentoonstelling maken”, bekent Koomen. „Maar in tweede instantie dachten we dat het toch beter was om een positieve invalshoek te kiezen. Spinnen zijn prachtige beestjes, ze zijn onze vrienden. Dat is de insteek van de expositie geworden.”
Spinnen zijn volgens Koomen niet alleen mooi, ze zijn ook nuttig. „Als je een spin doodt, moet je eigenlijk ook zelf de muggen, motjes, vlooien en andere insecten doden die de spin anders voor jou zou hebben gevangen.”
In ieder huis zitten enkele tientallen tot zelfs wel honderden spinnen. Verreweg de meeste zie je nooit: die leven tussen spouwmuren, in kruipruimten en achter dakbeschotten.
Opmerkelijk genoeg zitten er in nieuwbouwwijken veel méér spinnen dan in oudere huizen. „Dat komt doordat er in een nieuwe buurt nog geen ecologisch evenwicht is bereikt”, weet Koomen. „En nieuwbouwwijken zijn vaak waterrijk, dus komen er veel insecten die hun eitjes in het water leggen. Omdat het een paar jaar langer duurt voordat er ook vissen en amfibieën in die wateren zitten die de eitjes en larven eten, zijn er eerst heel veel insecten in de nieuwbouwwijken. Daar komen vervolgens heel veel spinnen op af, want die zitten alleen daar waar voedsel is.”
”Spinnen, de mooiste dieren die er bestaan” is tot 28 augustus te zien in het Natuurmuseum Fryslân, Schoenmakersperk 2 in Leeuwarden. www.natuurmuseumfryslan.nl
Bizar paringsverhaal
Mannetjes worden vaak vlak na, soms zelfs al tijdens de paringsdaad opgegeten door de vrouwtjes. Goed te verklaren gedrag, vindt spinnenexpert Peter Koomen. „Als een mannetje wordt opgegeten door het vrouwtje dat hij net bevrucht heeft, krijgt zij meer eiwitten binnen en dat helpt om eitjes aan te maken. Zo heeft dat mannetje dus nóg een functie voor zijn nageslacht.”
Mannetjesspinnen proberen vaak aan hun lot te ontkomen door een lekker hapje mee te nemen voor het vrouwtje. Dan heeft ze haar mond vol en kan hij ongestoord zijn gang gaan. „Soms grist hij het cadeautje daarna weg om het een ander vrouwtje aan te bieden.”