Spiekbriefje in de kassa
Op de eerste marktdag van 2002 lijken de vroege Middeleeuwen heel even teruggekeerd. Boosdoener is de euro. Groenteboer Esselbrugge keert klanten hun wisselgeld desnoods in natura uit.
Achter de stapels groente en vooral fruit is een van de verkoopsters in een geanimeerd gesprek gewikkeld met een klant. Dan komt het afrekenen. „Dat is dan 16,30 euro”, zegt Margje Haasjes, alsof ze nooit anders heeft gedaan. Daar stokt de transactie. Want meneer wil afrekenen in guldens. Moet kunnen, vinden ze bij de kraam van Esselbrugge. Maar dan wel gepast, graag. En daar heeft de klant niet van terug.
Uit zijn jaszak haalt hij een rekenmachine, speciaal voor het omrekenen meegebracht. Na wat overleg zijn de partijen aan beide kanten van de kraam het erover eens. „Hebben wij hier misschien een sinaasappel voor 55 cent?” roept Margje naar een collega een paar meter verderop. Als het met harde munt niet wil lukken, dan moet het wisselgeld maar in natura worden voldaan.
„Wij rekenen alles uit het hoofd uit”, licht collega Richard toe. „Vooral voor onze jongere medewerkers kan dat al lastig genoeg zijn. Omdat wij niet met een elektronische kassa werken, is het onwerkbaar om guldens te krijgen en euro’s terug te betalen. Daarom accepteren we guldens, maar alleen als mensen gepast betalen. Ik weet genoeg collega’s die helemaal geen guldens meer accepteren.”
Terwijl een groepje dames overleg voert over de prijzen, dient een tweede klant zich aan. Hoewel het al bijna negen uur is, is het bar rustig op de weekmarkt in Staphorst. „Vier euro dertig, alstublieft”, krijgt een mevrouw te horen. Voor de vorm kijkt ze in haar portemonnee. „Ik heb nog geen euro’s. Mag ik in guldens betalen?” Dat kan. „Wel gepast graag. We hebben geen Nederlands geld meer.” Een snel rekensommetje leert dat de betaling afgerond 9,45 gulden bedraagt.
Twee kilo bananen voor 2,50 euro, twintig kiwi’s voor 3,50 euro en drie kilo stoofperen voor 4,00 euro - dat zijn verdacht mooie ronde bedragen? Richard: „Je moet het jezelf een beetje makkelijk maken. We waren gewend dat dertig sinaasappels 7,50 gulden kostten, dus kostten er tien een rijksdaalder. Nu vragen we 3,50 euro voor dertig sinaasappels. Met mooie, afgeronde prijzen kunnen we goed blijven werken.”
„Je moet de wereld voor jezelf én anderen een beetje leefbaar houden”, vindt Cor Smalbil. Bij zijn kraam voor damesmode loopt het op deze frisse woensdagmorgen niet storm. Slechts één dame, die schuin oversteekt naar bakkerskraam Het Stoepje, heeft een bijdrage aan de omzet geleverd. Cor lacht. „Dat is me ook wat moois. Zorg ik ervoor dat ik euro’s in alles soorten en maten in huis heb, zegt zij bij het afrekenen: Mag ik even een domme vraag stellen? Ik zeg: Natuurlijk mag dat.”
Waarop de dame een biljet van 100 gulden uit de portemonnee vist, en Smalbil vraagt of hij voor haar „Hollands geld” terug heeft. „Want ik kan nog een hele maand met guldens betalen, en zolang wil ik dat ook volhouden. Nou, dat heb ik maar gedaan. Misschien had ik dat beter niet kunnen doen. De gulden is weg, en nou die weg is, moet die ook echt weg zijn.” Niet dat Cor moeilijk doet. Integendeel. „Ik hoorde van sommige winkels dat ze niet voor grenswisselkantoor wilden spelen. Nou, dat is onzin. Als de klanten maar komen, dan mogen ze bij mij hun guldens inleveren.”
Ook Beert Bosman maakt er geen punt van. De visboer uit Elburg haalt zijn geldlade uit de kassa en laat hem zien. Op ieder vakje zit een spiekbriefje geplakt dat de waarde van de munt aangeeft. In zijn kraam hangt een poster met echtheidskenmerken van de euro. „Dat gaat wel goed komen, vandaag”, verwacht Beert. „Mijn enige zorg is dat veel mensen met briefjes van honderd een bakje kibbeling willen betalen. In Staphorst maken ze er een gewoonte van met groot geld de markt op te komen.”
Even verderop prijst Super De Boer zijn waren aan. Een verse slagersrookworst van 280 gram kost 1,59 euro, afgeprijsd van 2,09 euro. In kleine letters staat het getal 3,50 - het equivalent van 2,09 in guldens. Binnen tellen de eerste klanten aarzelend hun euro’s uit. De dames achter de kassa’s kijken vastberaden. Ze slaan zich er wel doorheen. Wel zo gemakkelijk voor hen is de omwisselbalie die de supermarkt aan het begin van de winkel heeft neergezet. Wie met guldens de winkel binnenloopt, komt er met euro’s weer uit.