Goede voeding kan niet tegen bodemprijzen
Het dioxineschandaal in Duitsland legt bloot dat het onverantwoord is om voedsel steeds goedkoper te willen produceren, betoogt Gotthard Kretzschmar.
Duitsland is opgeschrikt door een dioxineschandaal. Met dioxines vervuilde vetten die bestemd waren voor industriële toepassing zijn illegaal verwerkt in veevoer. Daardoor zijn weer levensmiddelen van dierlijke herkomst (vlees en eieren) besmet geraakt.
Dioxines worden in het menselijk lichaam zo goed als niet afgebroken. Daardoor kunnen er storingen optreden in het immuunsysteem, het zenuwstelsel of de hormoonhuishouding. Bepaalde dioxines zijn ook nog eens kankerverwekkend.
Zoals het er nu uitziet, ligt de oorzaak van het dioxineschandaal in winstbejag. Menselijk falen lijkt inmiddels uitgesloten. Dit is helaas ook niet de eerste levensmiddelencrisis! De laatste jaren zijn er vaak resten van hormonen, virussen en pesticiden aangetroffen in voedsel.
Een belangrijke reden is dat slechts een paar supermarktketens de voedselmarkt domineren. Allemaal doen ze mee in de prijzenoorlog, omdat de consument zijn levensmiddelen altijd goedkoper wil hebben. Helaas gaat het vaak alleen nog maar om het aanbieden van tegen zo laag mogelijke kosten geproduceerd voedsel, om zo de marktpositie te handhaven of te verbeteren.
De boeren zijn, of ze het nu leuk vinden of niet, betrokken bij deze strijd. Ze krijgen steeds minder geld voor hun producten. Bijgevolg is het voor veel boeren een strijd om te overleven. De kostendruk dwingt iedereen om goedkoper voer te gebruiken en steeds hogere opbrengsten te bereiken in de landbouw en de veehouderij. De gezondheid van de consument kan dan snel uit het zicht verdwijnen.
Die consument wil aan de ene kant voedsel van goede kwaliteit, maar is anderzijds niet bereid de bijbehorende prijs te betalen. Ook de consument heeft hierin dus een verantwoordelijkheid.
Christenen moeten zich tegen deze ontwikkeling verzetten. De aarde is Gods gave aan ons. We moeten hem bouwen en bewaren (Gen. 2:15). Daarbij kunnen we in de eerste plaats denken aan verdere uitbreiding van de biologische landbouw. Verder moeten consumenten bereid zijn om meer te betalen voor voedsel van hoogwaardige kwaliteit – het goede heeft zijn prijs! Ook zouden er ”witte lijsten” opgesteld kunnen worden voor industrieel geproduceerd veevoer en andere landbouwproducten.
Intensievere handhaving alleen zal het probleem niet oplossen. Er zullen er altijd zijn die alles in het werk stellen om controles te omzeilen. Daarom blijft uiteindelijk in aanvulling op de bovenstaande drie punten maar één ding over: de voortdurende herinnering dat iedereen zich eenmaal voor God moet verantwoorden, ook over hoe hij is omgegaan met voedsel. Dat geldt ook voor de consument!
De auteur is landbouwkundig ingenieur en is actief in een werkgroep van christelijke boeren in Saksen en Thüringen.