Indonesïe valt rebellen op Atjeh aan
Het Indonesische leger is maandag begonnen met een grootscheepse actie tegen de gewapende onafhankelijkheidsstrijders in de opstandige provincie Atjeh. In de vroege ochtenduren hebben honderden parachutisten en mariniers posities ingenomen rond rebellenbolwerken. Vliegtuigen voerden raketaanvallen uit.
Nadat vredesoverleg tussen de rebellen en de regering zondag in Tokio was mislukt, kondigde de Indonesische president Megawati een groot offensief aan. Ook riep ze voor ten minste een half jaar, de staat van beleg uit. In het olie– en gasrijke gebied op het eiland Sumatra zijn zeker 30.000 soldaten en 15.000 politieagenten gelegerd. Het aantal gewapende rebellen wordt op 4000 geschat.
De acties concentreren zich rond Cot Keueung, twaalf kilometer buiten de provinciehoofdstad Banda Atjeh, en Lhokseumawe in het noorden. Ook in de dorpen Alue Awe en Nisam zijn militairen aanwezig. In de loop van de ochtend zijn enkele schietincidenten gemeld. Het leger zei acht rebellen te hebben gearresteerd, wat de GAM overigens ontkent.
Bewoners van Lhokseumawe noemen de sfeer erg gespannen. „Het is stil in de straten, winkels zijn dicht en het openbaar vervoer rijdt niet”, aldus een getuige. Wel patrouilleren overal militairen. Anderen zeiden dat ze dit wel vaker hadden meegemaakt. „Het maakt me niet uit wie er wint, als ik vandaag maar mijn bordje rijst bij elkaar krijg”, aldus een marktkoopman. Bij het dorp Glee Iniem (vlakbij Atjeh Besar) hoorden mensen het inslaan van drie raketten en geschiet. In Banda Atjeh lijkt het gewone leven wel door te gaan.
Zes Hercules–toestellen hebben bijna vijfhonderd parachutisten gedropt bij Atjeh Besar. Nog eens 220 parachutisten arriveerden in het noorden. Kort daarvoor voerden gevechtsvliegtuigen raketaanvallen uit op bolwerken van de Beweging Vrij Atjeh (GAM). Bovendien zijn 700 mariniers aangekomen bij Lhokseumawe. Bij de landing bij de stad Samalanga is een marinier bij een ongeluk omgekomen.
Het is een van de grootste militaire acties sinds de invasie van Oost–Timor in 1975. Dit opstandige gebied is overigens sinds vorig jaar geheel onafhankelijk van Indonesië.
De Indonesische troepen staan onder leiding van generaal Endriartono Sutarto. Die zei opdracht te hebben de GAM uit te kleden en te ontwapenen. De uitgeroepen noodtoestand biedt de autoriteiten de mogelijkheid mensen vast te zetten, uitgaansverboden in te stellen, burgerverkeer te verbieden en de nieuwsvoorziening stop te zetten.
De GAM vecht al sinds 1976 voor een geheel onafhankelijk Atjeh. Bij gewelddadigheden tussen de rebellen en de militairen zijn al meer dan 11.000 mensen omgekomen, veelal burgers.