Vorige week constateerde de Onderzoeksraad voor Veiligheid, onder voorzitterschap van Pieter van Vollenhoven, dat hulpverleners vaker en sneller informatie over de ouders moeten uitwisselen als er een verdenking is van kindermishandeling. De Tweede Kamer praat deze week ook over de jeugdzorg.

Groenberg vindt dat bijvoorbeeld hulpverleners uit de geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg of de reclassering standaard een melding moeten doen bij het AMK als ze merken dat de ouder een probleem heeft waardoor het kind extra risico loopt op mishandeling of verwaarlozing. Medewerkers van het AMK kunnen dan een risicotaxatie van het gezin maken en snel ingrijpen als dat nodig is.

Volgens Groenberg zijn medewerkers uit die sectoren vaak bang dat een melding hun vertrouwensrelatie met hun cliënt zou verstoren. „Maar ik denk dat het reuze meevalt. Bij kindermishandeling speelt vaak onmacht van de ouders. Ze doen het niet omdat ze het willen. Bijna alle ouders accepteren daarom uiteindelijk hulp.”