Cultuur & boeken

Spreken is goud

Spreekt u graag in het openbaar? Nee? Dan bent u niet de enige. Er bestaat een heel legioen mensen dat daartegen opziet. Terwijl dat eigenlijk nergens voor nodig is.

Nico van der Voet
18 January 2011 14:27Gewijzigd op 14 November 2020 13:20

Iedereen vindt het prima als u het woord voert. De meeste mensen zijn vriendelijk in hun oordeel over u. En toch draait uw maag zich half om als u uw vertrekkende directeur mag toespreken of de familie met een tafelspeech mag onderhouden op de bruiloft van uw dochter.

Daar is wat aan te doen. U kunt een cursus spreekvaardigheid gaan volgen. U kunt boekjes over het thema lezen. Beide mogelijkheden worden regelmatig aangeboden. Onlangs is het boekje ”Nooit meer met je mond vol tanden! Een toesprakenboekje. Van hakkelaar tot redenaar” verschenen. De auteurs, Piet van Sterkenburg en Ed Landman, zijn beiden neerlandicus en hebben ervaring met schrijven en spreken. De titel is uiteraard een aandachttrekker en een tikkeltje overdreven. Na het doornemen van dit boekje is de lezer nog geen spreker zonder angst. Daar zal ervaring voor moeten zorgen. De auteurs bieden wel een aardig hulpmiddel. Het boekje leest vlot en is leuk geïllustreerd.

Van Sterkenburg en Landman wilden geen gewoon boekje over spreekvaardigheid schrijven. Ze zijn bescheiden in het aanbieden van praktische tips voor de voorbereiding, de bouwstenen, de opbouw en de stoffering van een toespraak. Wat ze erover zeggen is ter zake en wat mij betreft heel goed.

Het grootste deel van het boek bestaat uit voorbeelden van toespraken. Die worden elke keer ingeleid met een korte analyse van de opbouw. Denk aan: een toespraak bij het afscheid van een collega, een toespraak bij een begrafenis, het uitspreken van een dankwoord, spreken bij een diplomering of bij een familiefeest, het welkom heten van een nieuwe medewerker of spreken bij het jubileum van mijnheer pastoor. Het rijtje is nog veel langer. De toespraken zijn opgenomen met de gedachte: Kijk er eens goed naar. Let op de opbouw. Zo kun je het aanpakken. De auteurs willen niet dat je de toespraken overneemt. Ze zijn slechts een spiegel waarin je kunt kijken als je zelf aan de beurt bent om in het openbaar te spreken. Wie weet ontdek je zo dat spreken geen zilver maar goud kan zijn!

Het is een aardig boekje om achter elkaar door te nemen of juist om pas ter hand te nemen als je over een halfjaar met pensioen gaat en daarbij een verhaal moet houden in de kring van collega’s. Ik heb het ‘technisch’ gelezen. Wat kan ik leren van de tips en de voorbeelden? Van de inhoud van de uitgewerkte toespraken ben ik niet onder de indruk. Het zijn allemaal enthousiaste verhalen, maar wat de sprekers te berde brengen is mij dikwijls te overdreven. Echtheid is voor mij naast enthousiasme een belangrijk kenmerk van een goede toespraak. Daarvan zie ik te weinig in de voorbeelden.

De humor in de toespraken is ook niet altijd mijn humor, al zullen anderen er smakelijk om kunnen lachen. Ik denk dat de auteurs uit de zuidelijke helft van het land komen en een rooms-katholieke achtergrond hebben. Ik weet het niet zeker, maar het zou zomaar kunnen – Godfried Bomans staat niet voor niets op de literatuurlijst in het boekje. Dit wreekt zich een beetje als ik als noordelijke protestant de toespraken lees. Ik weet wel hoe de auteurs hierop zullen reageren: de voorbeelden zijn maar voorbeelden, bronnen voor inspiratie en je hoeft ze niet over te nemen. Daar houd ik het dan maar op.

Nooit meer met je mond vol tanden! Een toesprakenboekje. Van hakkelaar tot redenaar, Piet van Sterkenburg en Ed Landman; uitg. Scriptum, Schiedam, 2010; ISBN 978 90 5594 770 6; 151 blz.; € 9,95.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer