Toch gaat het vaak zo, leren onder meer de winters van de jaren negentig. Ze zijn vaak zacht, maar delen in november of december een paar rake, koude klappen uit. Strenge nachtvorst (beneden min 10) in november is geen uitzondering.

Dat het daarna met de winter snel afgelopen kan zijn, wisten ze vroeger ook al. „Zwaait de winter in november al zijn staf, zijn rijk vindt vroeg het graf”, luidt een oude volkswijsheid.

Opvallend bij zacht winterweer is het kleine verschil tussen minimum- en maximumwaarde. Die verschilt hooguit een paar graden, met het gevolg dat de thermometer midden in de winter toch een etmaal lang boven de 10 graden kan blijven steken.

De zachte lucht brengt meestal veel regen en wind met zich mee: een depressie die zomaar kan uitmonden in een forse januaristorm.