„Akkoord specialisten is drijfzand”
DELFT (ANP) – De Orde van Medisch Specialisten heeft de rug niet recht gehouden in de onderhandelingen met het ministerie van Volksgezondheid over een systeem voor het bepalen van de hoogte van de salarissen. Dat zegt de Stichting Bezorgd die ongeveer drieduizend specialisten vertegenwoordigt. Volgens de stichting zijn de voordelen voor de artsen in het akkoord ‘net zo stevig als drijfzand’.
De achterban van de orde stemde maandagavond in met het akkoord dat onder meer voorzitter Frank de Grave heeft gesloten met het ministerie. Volgens woordvoerder Milco Linssen van de stichting Bezorgd hebben de meeste specialisten hun fiat gegeven „uit angst voor alternatieven die nog slechter voor hen zouden uitpakken”. Linssen verwijt de Orde van Medisch Specialisten angst te hebben gezaaid onder de achterban. „Want ze hebben nooit duidelijk gemaakt wat die slechtere alternatieven dan zouden inhouden.”
Volgens Linssen zal de gemiddelde medisch specialist door het akkoord ongeveer 50.000 tot 60.000 euro per jaar aan omzet verliezen. „Hun inkomens zullen dus ook gemiddeld genomen fors dalen.” Bovendien staat volgens Linssen allerminst vast dat de specialisten in de toekomst als zelfstandige kunnen blijven werken.
De overheid en de medisch specialisten hebben de afgelopen jaren met elkaar overhoop gelegen over de hoogte van de salarissen en over de vraag wie de baas is over de artsen. Onderhandelingen hebben in december geleid tot een principe-akkoord waarin is vastgelegd dat de overheid de specialisten voortaan per ziekenhuis een budget geeft dat ze onderling mogen verdelen. Maar bij die verdeling heeft ook de directie van een ziekenhuis een stem. Volgens het verdelingssysteem kunnen dokters die bijvoorbeeld weinig medische fouten maken en goed samenwerken, extra geld krijgen.
De Orde van Medisch Specialisten reageert verbaasd op de uitspraken van de Stichting Bezorgd. Volgens een woordvoerster heeft de stichting eerder schriftelijk laten weten het akkoord op hoofdlijnen te onderschrijven. „De op- en aanmerkingen van de stichting worden meegestuurd naar het ministerie.”