Opinie

Moederzorg is de gouden standaard

Schokkend. Dat zijn de berichten over het misbruik in roomse internaten en in crèches. Het publiek debat gaat nu over de vraag hoe zwaar de onverlaten moeten worden gestraft. Maar één aspect blijf buiten beschouwing. Is het wel verstandig de zorg voor de kinderen uit te besteden?

W. B. Kranendonk
14 January 2011 21:01Gewijzigd op 14 November 2020 13:17
Spelen met andere kinderen is goed voor de sociale ontwikkeling van een kind. Foto ANP
Spelen met andere kinderen is goed voor de sociale ontwikkeling van een kind. Foto ANP

Geen misverstand. De paters (en inmiddels ook de nonnen) die in het duister hun lusten botvierden op minderjarigen hebben zware schuld op zich geladen. Terwijl de ouders dachten hun kinderen veilig ondergebracht te hebben bij de dienaren van de moederkerk, werden de kleine jongens slachtoffer van de wellust van de kerkdienaren. Vaak met als gevolg dat deze kinderen een blijvend litteken meedragen. Voor deze geestelijken dus geen goed woord.

Medewerkers van kinderdagverblijven die ontucht bedrijven valt wellicht nog meer te verwijten. Het personeel van deze instellingen bestaat voor het overgrote deel uit professionele krachten, opgeleid om de zorg voor kinderen op zich te nemen. In hun opleiding wordt ook gesproken over de valkuilen in het vak. Als je dan je handen niet thuis kunt houden, mag je dat zwaar worden aangerekend. Dat Robert M., de man uit Amsterdam die ontucht pleegde met 83 kinderen, zwaar wordt gestraft, is volstrekt terecht.

Tegelijk zal ieder mens moeten beseffen dat immoraliteit ook op de bodem van zijn eigen hart is te vinden. Dat deze niet tot verdere ontwikkeling komt, is een voorrecht. Christenen weten hoe hard weerhoudende genade nodig is. Anders zou elk fatsoenlijk mens zich misgaan. Onverlet het harde oordeel dat over daden van ontucht moet worden uitgesproken, mag dit aspect nooit vergeten worden.

Zucht naar geld

Toch is met dit alles de discussie niet over. De vraag mag gesteld worden of het wel verstandig is kinderen, vaak al op jonge leeftijd, onder te brengen in kinderdagverblijven of internaten. Aan dat punt wordt in de huidige discussie nauwelijks aandacht besteed. Waarom lijkt hier een taboe op te rusten, terwijl dit punt best relevant is? Waarom komt er breed in de maatschappij geen debat over de vraag waar kinderen het beste verzorgd kunnen worden? Is het wellicht omdat het te verwachten antwoord –„bij moeder thuis natuurlijk”– niet past in het moderne levenspatroon en diep insnijdt in het heersende consumentisme?

Natuurlijk kan niet worden gesteld dat elke moeder die een of meer dagen per week een baan buitenshuis heeft, bevangen is door de zucht naar geld en genot. Er zijn er zeker die uit bittere noodzaak een centje bijverdienen. Evenzo is het waar dat er vrouwen voor de klas staan die veel liever thuis bij hun kinderen zouden zijn. Maar omdat vacatures op de basisschool niet vervuld kunnen worden, zijn ze uiteindelijk gezwicht voor het dringende verzoek van het schoolbestuur om toch alstublieft te helpen. Dat is allemaal waar. En daarom is voorzichtigheid op haar plaats als het gaat om het oordeel in individuele gevallen. Maar hier gaat het om de maatschappelijke trend.

Kind als barrière

Sinds de jaren 80 speelt de discussie of arbeid en inkomen, kind en carrière zijn te combineren. De gedachte die daarachter zat was dat vrouwen de kans moesten krijgen zich te ontplooien. De waardering voor het moederschap daalde. Op badinerende toon werd beweerd dat de vrouw achter het aanrecht afstompt. Daarbij kwam dat door het toenemend gebruik van apparaten in het huishouden er steeds minder werk te doen viel. Kortom, de druk om vrouwen en moeders de deur uit te krijgen nam toe.

Om de participatie van vrouwen aan het arbeidsporces mogelijk te maken moest een barrière geslecht worden: de zorg voor kinderen. Daarbij ging het met name om de baby’s en peuters. Kinderen vanaf vier jaar zitten immers een groot deel van de dag op school, al is het in sommige banen lastig om rekening te houden met de lestijden. Maar goed, met enig organiseren en enkele agenda-afspraken met je man kom je als werkende moeder vaak wel een heel eind.

Het lastigste is de zorg voor kinderen van nul tot vier jaar te regelen. Het starten van kinderdagverblijven bood uitkomst. Sinds het begin van de jaren negentig hebben de opeenvolgende kabinetten daar veel geld in gestoken.

In de loop van de achterliggende twintig jaar is niet alleen de deskundigheid van verzorgenden toegenomen, maar is ook het servicepakket fors uitgebreid. Beperkte de opvang zich aanvankelijk tot de kantooruren, inmiddels is het mogelijk je baby of peuter 24 uur per dag onder te brengen. Zelfs zijn er instellingen die de zorg voor het kleine kroost op zich willen nemen als vader en moeder een weekje op vakantie gaan. En willen de ouders even kijken hoe hun zoontje of dochtertje het maakt, dan kunnen zij vanaf hun werk- of vakantieadres via een webcam een kijkje nemen in het kinderverblijf. Zeker, elke service heeft zijn prijs. Maar als je samen een behoorlijk inkomen hebt, is dat geen punt. En als je onder een bepaalde inkomensgrens komt, dan is er de overheid om voor de bekostiging van de basale zorg bij te springen.

Eigen belang

Het is historisch gezien niet nieuw dat de zorg voor opgroeiende kinderen wordt overgedragen aan anderen. Al eeuwenlang zijn er ouders die hun kind in een tehuis plaatsen. Aanvankelijk ging dat vrijwel uitsluitend om jongens die in een internaat werden geplaatst, zodat ze het onderwijs konden volgen aan de school die deel uitmaakte van de instelling. Gymnasia waren er anderhalve eeuw geleden maar weinig. Een pientere zoon kon daarom niet thuis blijven wonen als zijn ouders voor hem een klassieke vorming begeerden.

Ook al zijn er opvoedkundig best kanttekeningen te plaatsen bij deze uithuisplaatsing, een fundamenteel verschil met de huidige praktijk is wel dat ouders hun kind naar het internaat stuurden voor zijn eigen belang. Niet de carrière van vader en moeder stond voorop, maar die van het kind. Er zijn ook voldoende verhalen bekend dat ouders zich bijna alles ontzegden om hun zoon de kans te geven een goede opleiding te volgen.

In de eerste helft van de vorige eeuw veranderde dat. Welgestelden, met name in rooms-katholieke kring, kozen ervoor hun kinderen in een internaat te plaatsen. Aan het begin van de twintigste eeuw is in Nederland een groot aantal van deze tehuizen uit de grond gestampt. Duizenden jongens en later ook honderden meisjes hebben daar een belangrijk deel van hun jeugd doorgebracht.

Ouders die hun kind naar een internaat stuurden, zeiden dat dit goed was voor hun vorming. De werkelijkheid was vaak dat vader en moeder het maar knap lastig vonden om in hun comfortabele rijkeluisbestaan rekening te houden met de grillen en grollen van hun opgroeiende kinderen. Daarvoor werden dus de paters en nonnen ingehuurd. Eigenbelang, eigen genot gingen bij ouders een steeds belangrijker rol spelen. Er zijn op dit punt parallellen te trekken tussen de internaten en de moderne kinderdagverblijven.

Sociale ontwikkeling

Natuurlijk zijn er veel kinderdagverblijven waar het personeel optimale zorg geeft aan de kinderen. Hun integriteit mag niet ter discussie worden gesteld. Ook niet als er nieuws naar buiten komt over ontucht door een medewerker in Amsterdam of waar dan ook. Enkele rotte appels maakt nog niet dat alle vruchten op de schaal niet deugen.

Zeker zijn er ook argumenten aan te voeren dat het voor de sociale ontwikkeling van kinderen goed is om in contact te komen met hun leeftijdsgenoten. Door daling van het geboortecijfer zijn er tegenwoordig minder kameraadjes in de directe woonomgeving. Daarom is er op zich niks mis mee als er in de week momenten zijn waarop peuters en kleuters elders met leeftijdgenootjes gaan spelen.

Taboe

Toch blijft er iets haperen. Het gaat om de vraag of ouderlijke zorg, en meer specifiek die van de moeder, kan worden uitbesteed. Dat klinkt vandaag ouderwets. Nog steeds is echter niet bewezen dat die vraag anno 2011 niet meer relevant is.

Het opvallend dat er in het algemeen weinig aandacht wordt besteed aan onderzoeken die het belang onderstrepen van de permanente zorg thuis door moeder. Een voorbeeld ter illustratie. De Britse media waren in 2005 heel summier over de uitkomsten van een langjarig onderzoek door de Oxford University en de University of London onder 1200 kinderen, Daaruit bleek zonneklaar dat baby’s en kleuters die volledige moederlijke zorg krijgen, zich beter ontwikkelen dan hun leeftijdgenoten die aan oppas of opvang zijn toevertrouwd. De laatste groep heeft een verhoogd risico op agressiviteit of neerslachtigheid.

Desondanks zei de leider van het onderzoek, dr. Leach: „Moederzorg is niet noodzakelijkerwijs de gouden standaard.” Dat is op zichzelf waar. Ook kinderen die in hun prille jeugd uitsluitend door hun moeder werden verzorgd, kunnen later in de problemen raken. Maar de relativering van de onderzoeksresultaten nota bene door de onderzoeksleider zelf typeert. Er lijkt wel een taboe te liggen op het gegeven dat het voor het kind het beste is als dat uitsluitend door zijn ouders wordt verzorgd.

Psalmversjes

Daarbij komt nog een ander aspect. Het is algemeen bekend dat de levensbeschouwelijke vorming van het kind vooral plaatsheeft in de eerste tien jaar. Daar worden blijvende indrukken opgedaan. Linkse ideologen hadden dat goed door toen ze in de vorige eeuw pleitten voor het oprichten van crèches. Het communistisch bewind in Rusland was daar al in de jaren 20 en 30 druk mee. Via de kinderopvang kon de ideologie gegarandeerd worden gepompt in de toekomstige generatie van Rusland.

Evenzo is het tekenend dat de progressieve wereldverbeteraars uit de jaren zestig, zeventig van ons land communes propageerden. Daar zouden de kinderen niet uitsluitend gevormd worden door de eigen vader en moeder, maar werden ze ook deelgenoot van de waarden en normen die andere volwassenen verdedigden.

Die historische feiten moeten christelijke ouders te denken geven. Aan hen is de zorg voor het erfdeel dat ze van de Schepper hebben gekregen toebetrouwd. Juist de godsdienstige vorming van hele jonge kinderen is van onschatbare waarde. Hoeveel volwassenen kunnen zich niet herinneren hoe moeder werkende weg psalmen zong en dat ze zo hun eerste versjes leerden?

Natuurlijk is er geen een-op-eenrelatie te leggen tussen alle misbruik. Maar de vraagt dringt zich wel op of de samenleving op het goede spoor zit door arbeidsparticipatie van vrouwen en de daarvoor noodzakelijke kinderopvang te bevorderen. Feit is: als moeder er niet is voor haar kinderen, krijgen deze vroeg of laat de rekening gepresenteerd.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer