Cultuur & boeken

Verhitte salondiscussies

De roman ”De eeuwreiziger” van de Argentijnse schrijver Andrés Neuman (geb. 1977) gaat over student en vertaler Hans die rond 1820 door Duitsland trekt, overal nieuwsgierig naar is en nergens volledig thuis is.

Dr. Hans Ester
14 January 2011 15:59Gewijzigd op 14 November 2020 13:17
Het schilderij ”Napoleon in Portoferraio” van Leo von Klenze. Foto Hermitage Sint-Petersburg
Het schilderij ”Napoleon in Portoferraio” van Leo von Klenze. Foto Hermitage Sint-Petersburg

Op een donkere winteravond raakt Hans verzeild in het plaatsje met de sprekende naam Wandernburg. Het ”wandern” van plek naar plek komt hier gedurende een jaar tot stilstand. Maar de ontdekkingstochten op het gebied van de filosofie, de religie, de politiek en de liefde reiken in Wandernburg, op de grens van Pruisen en Saksen, naar verre einders.

Hans is van plan om slechts één nacht in Wandernburg te blijven. Die ene nacht wordt een jaar. Het is alsof een magneet de reiziger daar vasthoudt. De magneet krijgt concreet gestalte wanneer Hans kennismaakt met de gegoede burger Gottlieb en zijn dochter Sophie. Al spoedig nodigt Sophie Gottlieb hem uit om deel te nemen aan haar wekelijkse salon: „De Salonbijeenkomsten van Sophie Gottlieb begonnen vrijdags tegen theetijd en er werd in het algemeen gediscussieerd over literaire, filosofische en politieke aangelegenheden.”

Tot de vaste deelnemers aan de salon behoren de Berlijnse emeritus hoogleraar in de filologie Mietter, het Joodse echtpaar Levin waarvan de man zijn hart aan de theosofie heeft verpand, de weduwe mevrouw Pietzine, de Spaanse revolutionair Álvaro de Urquiho, Sophies verloofde Rudi Wilderhaus en natuurlijk vader en dochter Gottlieb. Tijdens de bijeenkomsten van de salon lezen de gasten hun favoriete literaire citaten voor. Ook worden delen van toneelstukken gezamenlijk tot klinken gebracht door de rollen over de aanwezigen te verdelen.

Gezellig en gemoedelijk zijn de vrijdagmiddagen in het statige huis bepaald niet. Professor Mietter is de absolute autoriteit op elk gebied. Handelaar Levin kan alleen maar een pleidooi voor de vrije handel in Europa houden, Urquiho laveert tussen de verschillende meningen door en de dames zijn van het onnozele slag. Behalve Sophie, die de rest van het gezelschap de baas is.

Hans is nieuwkomer, een vreemde eend in de bijt. Dit weerhoudt hem er niet van om al tijdens zijn tweede salonbijeenkomst van leer te trekken tegen professor Mietter. Nadat meneer Levin over de in zijn ogen gewenste tolunie is begonnen, radicaliseert Hans zijn ideeën: „Alvorens het vrijhandelstelsel in te voeren denk ik dat er eerst andere maatregelen getroffen moeten worden, een landbouwhervorming, het opheffen van het grootgrondbezit en een betere verdeling van de grond. Het gaat er niet alleen om de handelsgrenzen open te stellen, maar ook de werkelijke grenzen te slechten, te beginnen bij de sociaal-economische.” Hans pleit voor een sterke staat die de rechten van de burger moet waarborgen.

Wanneer prof. Mietter vervolgens ironisch naar de uitwassen van de sterke staat van Napoleon of Robespierre verwijst, probeert Hans de ironie te pareren door de terreur van de beide Fransmannen los te koppelen van het nobele streven naar betere verdeling van de rijkdom. Prof. Mietter stelt vervolgens de zinvolle vraag wie dan de staat zal controleren. Met dit kostelijke geharrewar zitten we meteen in de tijd na de nederlaag van Napoleon in 1815 bij Waterloo, de tijd van de Heilige Alliantie tussen Oostenrijk, Pruisen en Rusland en daarmee in de era van Metternich als staatsman, die de beweging voor sociale verandering de kop probeert in te drukken.

Tijdens elke volgende salonbijeenkomst herhaalt zich dit patroon: Hans en de professor vliegen elkaar verbaal in de haren en bereiken grote hoogten in hun vermogen om de discussie voortdurend met nieuwe argumenten te voeden.

Aan de felle salondiscussies over actuele vraagstukken van toen zijn voor de lezer anno 2011 wel de nodige vragen verbonden. De hoogleraar noemt bijvoorbeeld de Franse graaf van Saint-Simon alsof iedereen hem kent. Dat was vermoedelijk in bepaalde kringen het geval, maar in het Nederland van nu is die naam maar zeer weinigen vertrouwd. De theoloog Schleiermacher wordt herhaalde malen genoemd. De veronderstelling daarbij is dat de lezer –evenals de salongenoten– weet dat deze theoloog in zijn jonge jaren behalve zijn boek over het kennen van God een boek met brieven over de omstreden liefdesroman ”Lucinde” van zijn tijdgenoot Friedrich Schlegel schreef. Naar Goethes liefdesroman ”Die Wahlverwandtschaften” wordt voortdurend op functionele wijze verwezen. Je moet de romantiek in Duitsland dus wel aardig kennen om de finesses van de discussies te kunnen begrijpen.

Het zijn niet alleen de politieke en de sociale verhoudingen uit de jaren rond 1820 die tijdens de debatten in de salon als bekend worden verondersteld en via de verwijzingen reliëf krijgen, het is ook de knisperende uitwisseling van woorden en gebaren tussen Hans en Sophie die door de genoemde romans wordt verdiept. Omdat Sophie dreigt te worden uitgehuwelijkt, hoop je dat de geheime liefde tussen haar en Hans het ware alternatief zal bieden. Dat gebeurt niet. Ze bedrijven (om die afschuwelijke term te gebruiken) veelvuldig de liefde, maar echte genegenheid en duurzame verbondenheid zijn afwezig. Hoe meer aandacht er naar de liefdesscènes uitgaat, des te minder nadruk krijgen de salondiscussies. Daardoor behoudt de roman niet het niveau dat hij eerst had.

Neuman is een zeer knap verteller. En toch is mijn laatste indruk dat deze roman mij leeg naar huis stuurt en dat de verteller uiteindelijk geen recht doet aan de ingewikkelde situatie waarin Duitsland en Europa zich na Napoleon bevonden.

De eeuwreiziger, Andrés Neuman; vertaald door Corrie Rasink; uitg. Athenaeum – Polak & van Gennep; Amsterdam 2010; ISBN 978 90 253 6775 6; 618 blz.; € 29,95.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer