Wijze indianen verzamelen kennis voor het opperhoofd
Eén keer per jaar verzamelen de wijze mannen van de stam de gebeurtenissen van het afgelopen jaar, schrijven die op en leggen het geheel aan de voeten van het opperhoofd. Zij doen dit om op te noemen waar ze dankbaar voor zijn, maar ook om later nog eens te leren van wat er gebeurd is.
Van die heidense indianen kunnen wij nog heel wat leren, aldus Daniel Cramer in de inleiding van zijn grote ”Pomrische Kirchen-Chronicon”. Dit boeiende boek uit 1602 is in een prachtige herdruk verschenen. Voordat de kerkgeschiedenis van Pommeren verteld wordt, legt Cramer eerst uit waarom kerkgeschiedenis belangrijk is. Niet alleen vanwege de motieven van de indianen, voor christenen telt ook dat zij oog hebben voor Gods leiding in de geschiedenis. Daarmee komen we bij een probleem voor christelijke (kerk)historici, want wie wetenschappelijk wil werken, is snel uitgepraat als het gaat over de hand Gods in de geschiedenis.
Dat een mens gelovig christen kan zijn én academisch verantwoord met geschiedenis bezig kan zijn, is de these van de bundel studies die onder redactie van John Fea, Jay Green en Eric Miller verscheen. Het is een zeer interessante maar ook hoogst noodzakelijke collectie studies, die elke christenhistoricus helpt haar of zijn werk goed te doen zonder te veel naar de geloofskant dan wel naar de wetenschapszijde over te hellen. In feite gaat de Bijbel zelf in deze benadering voor, want ook daarin zijn feit en geloof nauw met elkaar verbonden.
In de inleiding op zijn commentaar op het boek Jozua wijst Pekka Pitkänen, als oudtestamenticus verbonden aan de universiteit van Gloucestershire, er dan ook op dat we hier met een geschiedenisboek te maken hebben dat tegelijk openbaring van Godswege is. Pitkänen besteedt veel aandacht aan de vragen die deze stelling oproept, want hij beseft dat de in de Bijbel genoemde feiten steeds weer bevraagd worden op hun historiciteit. Hij is daar zelf niet zo bang voor, want wat er tot dusver aan resten gevonden is, heeft de Bijbelfeiten alleen maar bevestigd.
We kunnen dus rustig doorgraven, zou je kunnen zeggen. Hoe dat moet, waarom dat moet en wat je met de opgegraven spullen moet, wordt in de bij Reimer uitgegeven inleiding tot de klassieke archeologie beschreven. Aan de hand van veel beeldmateriaal wordt de lezer ingewijd in de archeologische wetenschap en leert de niet direct deskundige dat het zoeken naar een scherf in een zandbult heel belangrijke en relevante resultaten kan opleveren.
Niet alleen met schrijven en graven is historische kennis te krijgen, ook kijken biedt daartoe vele mogelijkheden. Kunstenaar Carl Heinrich Hermann (1802-1880) tekende op vijftien grote platen de geschiedenis van Duitsland. Deze vonden grote verbreiding in Duitsland en werden bij het geschiedenisonderwijs intensief gebruikt. In het boek van Reiner Oelwein worden deze platen getoond en uitvoerig beschreven. Duidelijk wordt wat beelden kunnen doen. Bij Hermann is sprake van een verbinding van patriottisme en piëtisme, zodat zijn kunstwerken doorgeven hoe God juist met Duitsland een bijzondere weg ging, een benadering overigens die ons in Nederland bepaald niet vreemd is.
Christoph Markschies en Hubert Wolf hebben een stevig boek samengesteld dat geen platen laat zien, maar waarin plaatsen aan de orde komen. Het gaat volgens de titel om „de belangrijkste plaatsen van het christendom”, die overigens wel voor een belangrijk deel in Duitsland blijken te liggen. Niet alleen steden worden op toegankelijke en reislust opwekkende wijze beschreven, ook in overdrachtelijke wijze komen plaatsen als crucifixen, preekstoel en psalmboeken ter sprake. Ook hieraan is immers geschiedenis af te lezen, en dit mooie boek helpt dat duidelijk te maken.
Zo laat ook deze rubriek eens per veertien dagen zien wat er op dit gebied verschijnt. De schrijvers van genoemde boeken zijn als de wijze indianen die het gebeurde verzamelen. Dat betekent dat u, als lezer, het opperhoofd mag zijn aan wiens voeten deze kennis gelegd wordt.
Das Große Pomrische Kirchen-Chronicon, Daniel Cramer; Olms, Hildesheim; ISBN 978 3 487 14315 6; 800 blz.; € 88,-;
Confessing History, John Fea, Jay Green en Eric Miller; University of Notre Dame Press, Notre Dame; ISBN 978 0 268 02903 6; 354 blz.; $ 35,-;
Joshua, Pekka M. A. Pitkänen; IVP, Nottingham; ISBN 978 1 84474 477 0; 454 blz.; $ 40;
Klassische Archäologie, Adolf H. Borbein, Tonio Hölscher en Paul Zanker; Reimer, Berlijn; ISBN 3 496 02645 6; 382 blz.; € 39,-;
Geschichtsschreibung in Bildern, Reiner Oelwein; Deutscher Kunstverlag, München; ISBN 978 3 422 06988 6; 504 blz.; € 78,-;
Erinnerungsorte des Christentums, Christoph Markschies en Hubert Wolf (red.); C. H. Beck, München; ISBN 978 3 406 60500 0; 800 blz.; € 38,-.