Visserij streeft naar verse tong en schol in supers
UTRECHT – Nog even en er ligt bij duizenden supermarkten verse tong en schol in de schappen. Noordzeevissers gaan hun product „panklaar” en consumentvriendelijk aanleveren.
Dat zegt Bram Bierens, voorzitter van het Visserij Innovatie Platform (VIP). Het platform presenteert morgen ”Vissen voor de markt”, een rapport met aanbevelingen voor een succesvollere visserijketen.
Adviesbureau Berenschot voerde het onderzoek uit, in opdracht van het VIP en InnovatieNetwerk.
Aanleiding voor het onderzoek vormt het feit dat een Nederlandse Noordzeevisser relatief weinig verdient aan „een prima product.” Hoe kan dat anders?
Vijf vragen aan voorzitter Bierens van het VIP.
De opdracht voor Berenschot was: Ontwikkel verticale ketenmodellen die de resultaten van vissers structureel kunnen verbeteren. Wat houdt dat in?
„Het betekent dat de samenwerking tussen verschillende schakels in de visserijketen beter moet.
Een visser vist nu en brengt zijn vangst naar de vismijn, de haven waar hij lost, en daar wacht hij min of meer af wie de vis koopt.
Dat moet anders. Het assortiment moet meer op de consument worden afgestemd. Tussen visser en klant zitten handel, groothandel, verwerking en distributie, en die moeten goed samenwerken.”
Wat moeten vissers concreet doen?
„Meer afspraken maken met collega’s, zaken bundelen, zorgen voor een continuïteit in aanbod. Niet alleen op vrijdag met verse vis komen, maar ook halverwege de week. Daarvoor hoeft de visser trouwens niet per se terug te komen van zee, hij kan de vangst ook laten ophalen door iemand.
De aanvoer moet goed worden verspreid over het jaar. En goede kwaliteit en certificering zijn belangrijk.
De sector moet producten verder klantvriendelijker aanleveren. De consument wil gemak. Hij eet weinig hele kippen, maar veel kipfilet.
Zoiets moet de visserijsector ook doen: producten marktklaar maken. De supermarkt begint daar niet aan, die wil de waren kant-en-klaar binnenkrijgen. Hier ligt een taak –en rendement– voor de visserman; hij is niet langer alleen grondstoffenleverancier.”
Waarom is een nieuwe aanpak nodig?
„Vijf jaar geleden gingen vissers massaal naar de Tweede Kamer omdat de sector zwaar onder druk stond – door quota, lage inkomsten.
Er werd een taskforce ingesteld, die riep het VIP in leven, en sindsdien zijn allerlei stimuleringsplannen bedacht. Van 200 ideeën heeft de overheid er 100 gehonoreerd. De keten herpositioneren is er één van.
InnovatieNetwerk ondersteunt het proces richting realisatie van de ketenmodellen uit het rapport, en het Europees Visserij Fonds biedt zicht op financiële steun.”
Boeren en tuinders gelden in het rapport als een voorbeeld. Wat maakt hun werkwijze anders dan die van vissers?
„In de zuivelsector bijvoorbeeld brengen melkveehouders via coöperaties hun product kant-en-klaar –tot en met Monatoetjes toe– bij de supermarkt. Dat is een mooi voorbeeld van samenwerking die je in de visserijsector nog te weinig ziet.”
Wanneer merkt de consument iets van dit rapport?
„Als het goed is –en er zijn al supermarktketens mee bezig– ligt er binnenkort verpakte verse vis, zoals tong en schol, in de schappen bij duizenden supermarkten. Albert Heijn is een voortrekker op dit gebied en heeft enthousiast gemeld dat hij meedoet. We betrekken hier alle detailhandels bij. Kleine visboeren ook, zeker.”