Boer Hoeksche Waard wacht op gewasmonster
STRIJENSAS – „Zijn er al uitslagen van gewasmonsters?” Basjan Niemansverdriet (40), voorzitter van de Land- en Tuinbouworganisatie (LTO), afdeling Hoeksche Waard, krijgt de vraag van boeren uit de Hoeksche Waard met de regelmaat van de klok. „We zijn het wachten beu.”
Donkere wolkenflarden drijven deze donderdagmiddag boven de drassige akkers van de Hoeksche Waard. Somberheid troef.
Al even mistroostig is momenteel de situatie voor de tientallen boeren in de Hoeksche Waard. Ze zaten onder de rook van het afgebrande chemiebedrijf Chemie-Pack in Moerdijk.
„De boeren hebben op dit moment grote problemen”, zegt boerenvoorman Niemansverdriet rond half drie aan de tafel in de boerderij in Strijensas. Een enkele kilometer verderop ligt het industriecomplex van Moerdijk. „Als Shell aan het affakkelen is, kunnen wij lezen bij het licht van dat vuur”, tekent de boer de verwevenheid met de industrie aan de overkant van het Hollandsch Diep. „Ik had ook liever dat die industrie op een eilandje in de Noordzee zat, maar zo werkt het nu eenmaal niet.”
De Hoeksche Waard telt zo’n 250 akkerbouwers. Door de chemiebrand zitten op dit moment onder meer spruitjestelers in de buurt van Chemie-Pack in de narigheid. Ze mogen hun oogst, die onder de rookwolk lag, niet van het land halen. De spruiten zijn mogelijk besmet met giftige stoffen uit de rook. Ook wordt melk van een aantal veehouders uit de omgeving van Chemie-Pack niet meteen in de handel gebracht. De melk wordt verwerkt tot poeder en later verkocht of vernietigd.
Wat voor stoffen zijn er precies op de gewassen terecht gekomen? Boeren snakken naar de uitslagen van de RIVM-monsters, merkt Niemansverdriet. Zijn telefoon gaat al dagenlang onophoudelijk. „Boeren hadden eerst nog geduld, net na de brand. Nu zijn we meer dan een week verder. We worden onrustig en zenuwachtig. Met deze relatief hoge temperaturen verrotten de spruiten eerder.”
Morgenavond zullen zo’n 150 boeren in de omgeving de koppen bij elkaar steken. Ze beraden zich op juridische stappen. De schade zou „in de miljoenen” kunnen lopen. „We hebben nog een lange weg te gaan.”
Nogal wat mensen wantrouwen de tamelijk geruststellende woorden van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Ze zijn ongerust over de rook die bij de chemische brand vrijkwam. Ook al omdat gifdeskundigen bijvoorbeeld voor vervolgonderzoek pleiten naar loodconcentraties. Niemansverdriet: „Ik hoorde dat een man zich zorgen maakte over zijn zwangere vrouw. Dat kan ik heel goed begrijpen.
Aan de andere kant: Ik vertrouw het RIVM. Het is een hoogwaardig instituut. In de rook hebben ze geen verontrustende concentraties schadelijke stoffen gevonden. Ik kan alleen maar afgaan op de feiten. Dat er bij Strijensas één monster met een verhoogde concentratie dioxine is gevonden? Dat is een tegenvaller.
Als het RIVM zegt dat een gevonden monster met een te hoog loodgehalte een uitschieter is, dan geloof ik dat. Het is goed dat wat betreft de spruitjes en de melk het zekere voor het onzekere wordt genomen en dat er bedrijven op slot gaan. Ik vind het ook verstandig dat de autoriteiten mensen adviseren voorlopig even geen groente uit eigen tuin te eten. Eerst moet er duidelijkheid komen over de gewasmonsters. Veiligheid staat voorop.”
Voor kritische deskundigen als milieudeskundige Lucas Reijnders en toxicoloog Jacob de Boer kan Niemansverdriet weinig waarderende woorden opbrengen. De boer, die zelf zestig schapen houdt en aardappels, suikerbieten en tarwe verbouwt, gruwt ervan als die zeggen dat de Hoeksche Waard moet worden „gesaneerd”.
Burgers kunnen redeneren: Het RIVM kan wel zeggen dat er niets aan de hand is, maar wij vertrouwen de gewassen in de Hoeksche Waard toch niet.
„Er heerst onwetendheid bij de burgers. Onze afnemers vragen gecertificeerde producten. Als spruiten moeten worden vernietigd, dan gebeurt dat. Er belandt alleen een eerlijk, veilig product in de winkel. Als we het niet vertrouwen, komen producten niet in de voedselketen terecht.”
Het beeld kan blijven dat de producten uit de Hoeksche Waard niet helemaal veilig zijn. Mensen zullen wellicht denken: De boeren hebben hun economische belangen.
„Beeldvorming speelt zeker een rol. Als er in Duitsland discussie is over dioxine, is ook in Nederland daarvan een negatieve invloed merkbaar. Maar wat kunnen wij boeren meer dan de rapporten laten zien? Wij staan met de rug tegen de muur. Desnoods kunnen we een instantie als TNO nog een onderzoek laten doen. Maar we moeten wel reëel blijven.
Ik merk dat in de media kritiek op de autoriteiten veel ruimte krijgt. Ik spreek in Strijensas veel mensen op straat die zich niet zo ongerust maken. Woensdagavond was ik onder meer bij de informatie-avond in ’s Gravendeel. Daar zaten drieduizend mensen. Vooral de extreem kritische bewoners kwamen aan het woord.”
Maakt u zich zorgen over uw eigen gezondheid?
„Nee. Ik heb de rook voorbij zien drijven, maar ik heb niks geroken. Andere mensen in Strijensas zeggen dat ze wel wat geroken hebben. Dat is hun beleving. Als we over een half jaar ineens andere berichten over schadelijke stoffen zouden horen, kan ik anders gaan denken.”
De huidige affaire is een lelijke streep door de rekening van boeren, zucht Niemansverdriet. „We hebben een goed jaar gehad. De prijzen voor aardappelen, graan, uien en suikerbieten zijn goed. We hebben wat vet op het lijf. Een paar jaar geleden kreeg je voor uien 0 cent per kilo, terwijl dat nu een paar dubbeltjes is.”