Schoolcontract kan onderwijs impuls geven
Laten de school, ouders en leerlingen hun wederzijdse verwachtingen vastleggen in een schoolcontract, is het voorstel van W. P. van Kempen.
De kwaliteit van het onderwijs staat onder druk. Tegelijkertijd speelt er een ander groot probleem: de enorme verdamping van de identiteit van scholen. De deconfessionalisering gaat ook gereformeerde of reformatorische scholen niet voorbij.
Naast alle mogelijkheden zorgt de digitalisering ook voor een enorme bedreiging, namelijk dat het unieke contact tussen een docent en een klas verdwijnt. Onderwijzen en leren als een vormend proces verworden dan tot instrumentalisering van jongeren.
De schaalvergroting heeft ook nog eens gezorgd voor een veel grotere afstand tussen gezin en school. De relatie tussen school en gezin is niet eenvoudig en krijgt vaak nogal eenzijdig vorm vanuit de school. Als de school voldoende aandacht aan de kinderen en de gezinnen wil geven, dient hij dat niet incidenteel (een aardige voorlichtingsbijeenkomst of een open dag) maar structureel te doen. Mijn voorstel is om een contractmodel te ontwikkelen waarin de betrokkenen aangeven wat men van elkaar verwachten mag.
Wat mag een kind van de school verwachten? De school draagt zorg voor de persoonlijke (vooral cognitieve) ontwikkeling van de jongeren. Hij biedt een goed en uitnodigend leerklimaat aan en staat garant voor een aansprekende en veilige omgeving. Zo wil de school er voor de leerlingen zijn.
Daar krijgt de school wel wat voor terug. De jongere zegt onder andere: Ik wil leven, denken en spreken volgens de identiteit van de school. Daarbij voel ik me thuis. Ik zal me naar vermogen inzetten voor een goed leef- en werkklimaat. Ik streef ernaar om mij zo hoog mogelijk te ontwikkelen.
Er is ook een belangrijke taak voor de ouders. Zij beschrijven hun bijdrage aan de school zo: Wij zullen ons kind zo goed mogelijk ondersteunen en begeleiden om zijn afspraken na te komen. Wij willen een daadwerkelijke bijdrage leveren aan goed onderwijs. We steunen de school met gebed, inzet van tijd, geld, menskracht en een positieve uitstraling.
Een schoolcontract is een goede mogelijkheid om de verwachtingen tegenover elkaar uit te spreken en vast te leggen. Ieder is gehouden het na te komen. Waarschijnlijk zal dat voor de school het moeilijkst zijn. De ‘gewone’ schoolzaken vragen immers een voortdurend hoge inzet. Als de school die geeft –en dat is een deel van zijn identiteit- mag hij onbekommerd van kinderen en ouders de toegezegde inzet vragen.
Als een van de drie groepen zijn verplichtingen niet nakomt, volgen er zinnige sancties. Schiet de school tekort in een bepaald vak of in enig leerjaar, dan zorgt hij voor een toereikende compensatie. Als leerlingen geen inzet tonen, verliezen ze daardoor hun recht op een plaats op school. Verzuimen ouders hun plicht, dan wordt dat materieel vergoed in een extra ouderbijdrage.
De tijd van vrijblijvendheid ten opzichte van de school is voorbij. Kinderen hebben recht op een goede school. Daar staan heldere plichten tegenover. Onderwijs –zeker reformatorisch onderwijs– mag best wat kosten.
Ik teken ervoor!
De auteur was plaatsvervangend directeur van de scholengemeenschap Guido de Brès te Rotterdam.