Internet kan velen tot zegen zijn
Naar aanleiding van de berichtgeving in het RD van 8 mei over het gebrek aan levensvatbaarheid van RDNet, voert C. Moerman een pleidooi om de strijd over internet van de achterhoede naar de voorhoede te verplaatsen.
Laks. Onbezonnen. Ongevoelig voor waarschuwingen. Eigenwijs. Dat zijn wij als gereformeerde gezindte. Althans, zo worden wij in het RD-commentaar van 8 mei neergezet. In niet mis te verstane volzinnen schrijft de hoofdredactie haar frustratie van zich af, na de zure ervaring dat RDNet niet-levensvatbaar is gebleken.
Toegegeven, van de zijde van de initiatiefnemers zijn wat foutjes gemaakt, zoals het onvoldoende nadenken over de haalbaarheid, en ook de timing was wellicht niet zo gelukkig, maar dat is ten diepste niet de oorzaak. „Dat dit plan is mislukt, tekent inderdaad de laksheid van de gereformeerde gezindte.” Als een verongelijkt onderwijzer besluit de auteur zijn les met een moraliserende opmerking richting zijn eigenwijze leerlingen: Onze zogenaamde kritische participatie zal vast verworden tot kritiekloze participatie. Ziezo.
De overtuiging van het eigen gelijk moet toch wel diepgeworteld zijn, wanneer nota bene de eigen klantenkring zo onaardig wordt bejegend. In de visie van het RD ligt aan het zakelijk debacle een moreel debacle ten grondslag. Daar zou ik graag een kanttekening bij plaatsen.
Juiste vragen
Let wel, ook ik betreur de teloorgang van een goedbedoeld initiatief. Ook ik deel de zorg over de gevaren van de moderne media. En inderdaad is het jammer dat nog niet iedereen overtuigd schijnt te zijn van de zegen van een gefilterd net. Maar het is me te kort door de bocht om in enkele pennenstreken voorbij te gaan aan het overgrote deel van onze gezindte die het nauw wenst te nemen met de levensheiliging, ook ten aanzien van het gebruik van internet.
Door de verdeeldheid op het punt van internetgebruik zijn echte antwoorden op de vragen rondom mediagebruik tot nu toe uitgebleven, zo wordt gesteld. Om eraan toe te voegen: Dat moet een les zijn voor de toekomst. Akkoord, maar laat de les voor het RD dan zijn om als opinieleider de juiste vragen te stellen. Echte antwoorden volgen immers pas op echte vragen.
Zo’n echte vraag zou kunnen zijn: Hoe kunnen we voor Gods aangezicht deze onstuitbare technologie aanwenden tot Zijn eer en tot nut van de naaste en van mijzelf? We leven te midden van een nieuwe informatierevolutie, na onder meer de uitvinding van het schrift en de boekdrukkunst. Aan ons als gemeente Gods de taak om deze ontwikkelingen in te zetten in het kader van de komst van Zijn koninkrijk. Want we gunnen de duivel toch niet het monopolie over deze schitterende techniek? Wellicht is het debacle van RDNet symptomatisch voor het achterhoedegevecht dat wij steeds maar weer dreigen te voeren.
Anderen zijn ons met goede initiatieven voorgegaan. Daarom zou ik bij alle frustratie, hoe begrijpelijk ook, een aanzet willen geven om, via bezinning en (nieuwe) initiatieven, de strijd naar de voorhoede te verplaatsen.
Kennis
De huidige informatierevolutie maakt de menselijke samenleving meer dan ooit tot een ’kennismaatschappij’. De nieuwe technologie versterkt in de mens de illusie dat er geen grenzen zijn aan zijn capaciteiten om te kennen en te weten. Steeds verder worden de grenzen van onze kennis verlegd. Dit medium vereist als geen ander een bijbels georiënteerde handleiding. Het „opzoeken van de wetenschap” is geen normenvrije bezigheid. De christen „onderzoekt (beproeft!) alle dingen en behoudt het goede.” Als zijn geloof functioneert, zal juist hij de stortvloed aan informatie weten te relativeren. Hij zal er kennis in vinden die voor zijn maatschappelijk bestaan weliswaar nuttig of onmisbaar kan zijn, maar die „tenietgedaan zal worden.”
Te veel mis ik in het RD de positieve insteek om de eigen achterban ten dienste te zijn in het verantwoord gebruiken van internet. Niet als provider, maar als opinion leader. Een wekelijkse of maandelijkse katern met bijvoorbeeld soft- en hardwarebesprekingen, het volgen van ontwikkelingen, kortom een mix van bezinning en instructie, zou niet misstaan. Maar ook het op de markt brengen van een verantwoord computermagazine lijkt me origineler, zinvoller en hopelijk levensvatbaarder dan een tweede filternet.
Voorhoedestrijd
Er is echter een breder front waarop strijd gevoerd moet worden. Behalve om kennis tot ons te nemen, stelt internet ons als nooit tevoren in staat om informatie te verspreiden die werkelijk de moeite waard is: „de kennis der waarheid.” Internet als middel tot verkondiging. Want als de gemeente Gods ooit tot communiceren werd geroepen, dan is het wel in een wereld waarin zij tegenover de kennisjacht, die afgodische trekken gaat vertonen, juist het getuigenis kan stellen van de „diepte des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennis Gods” (Romeinen 11:33). Een kennis waarvan zij niet alleen de draagster is, maar die zij ook door „de dwaasheid der prediking” in iedere tijd en aan allen dient uit te dragen. Daarbij op geoorloofde wijze gebruikmakend van de middelen die in iedere tijd tot haar beschikking staan. Zo staan we als christenen midden in genoemd spanningsveld en laten we zien dat de antithese ons een voorhoedestrijd waard is. Een motivatie hiertoe vinden we ook in de geschiedenis van de informatieoverdracht.
Is het niet opmerkelijk dat de grote technische en informatierevoluties samenvallen met de perioden waarin het Evangelie met grote kracht en snelheid de wereld veroverde en de kerk tot nieuw leven wekte? De uitvinding van de boekdrukkunst viel niet toevallig samen met de Reformatie. En toen eeuwen daarvoor op bevel van Caesar een schitterend wegennet was aangelegd, was dat in de eerste plaats dienstbaar aan de Ruiter op het witte paard van het Evangelie.
His Story
Geschiedenis is ”His Story”. Dat is de goddelijke ironie, die we ook al beluisteren in Exodus 9:16, waar de aardse glorie en macht van farao worden gerelativeerd met de woorden: „Maar waarlijk, daarom heb Ik u verwekt, opdat Ik Mijn kracht aan u betoonde, en opdat men Mijn Naam vertelle op de ganse aarde.”
Van de boekdrukkunst werd gezegd: Een stap naar de hel en een stap naar de hemel. Zou dat ook niet van internet gelden? De huidige discussie wordt te eenzijdig over het eerste aspect gevoerd. We mogen niet voorbijgaan aan het feit dat internet al velen tot zegen is geweest. Net als radio en televisie trouwens. Als het God belieft mensen te roepen door de dwaasheid der prediking, al of niet overgedragen via een van deze media, wie zijn wij dan om deze weg te mijden? Wie selectief te werk gaat, kan een schat aan bijbels verantwoorde informatie en verkondiging aantreffen, en dat op ieder willekeurig moment. Van Boston tot Watson, van Bunyan in het Russisch tot Spurgeon in het Chinees.
Wie naar www.sermonaudio.com surft en een van de vele preken kiest, loopt kans te ontdekken met misschien wel tachtig anderen wereldwijd aan het luisteren te zijn! ”The world is listening” (De wereld luistert), zo staat boven de site. Zouden we daar geen dankbaar gebruik van maken, als zender of als ontvanger?Laten we het achterhoedegevecht verplaatsen naar de voorhoede. We hebben niet alleen een woord voor de gemeente, maar ook voor de wereld. Gelukkig zijn er al vele gemeenten die ernst maken met hun ”internet ministry”: pastoraat en verkondiging via internet. Al geruime tijd kan de wereld goed gereformeerde, „bevindelijke” verkondiging beluisteren via bijvoorbeeld www.hnrc.org. Hopelijk een -weliswaar Engelstalige- voorloper binnen de gereformeerde gezindte. Deputaatschappen voor evangelisatie: hier worden „krachtige deuren” gegeven.
Andere engel
Er is nóg iets dat ons in dit verband tot bezinning roept. In Openbaring 14:6 wordt ons een visioen geschetst van „een andere engel, vliegende in het midden des hemels”, die tot taak heeft om voorafgaand aan het oordeel het Evangelie te verkondigen, „aan alle natie, en geslacht, en taal, en volk.” Nu is de Bijbel geen puzzelboek. En Openbaring geen „eschatologisch spoorboekje.” Maar je hoeft geen Hal Lindsey te heten om naar analogie van de genoemde grote communicatierevoluties een link te leggen met onze tijd. Diverse verklaarders zijn het erover eens dat hier gesproken wordt van een allerlaatste, wereldwijde oproep tot bekering, die de wereld kennelijk nog „tegoed” heeft. Getrouwe dienaren van het Evangelie zullen zich van deze taak kwijten. Voordat alle oog Hem zal zien, zal alle oor Hem nog horen - The world is listening. Zou het niet zo kunnen zijn dat een nieuw en universeel communicatiemiddel de weg gaat worden waarlangs deze laatste oproep de mensheid dient te bereiken? Communicatiesatellieten „vliegende in het midden des hemels”? Ook in dat opzicht kan internet een teken des tijds zijn. „Opdat men Mijn Naam vertelle op de ganse aarde.”
De Romeinse heerweg, de drukpers, internet… als de Ruiter op het witte paard Zijn weg erlangs wil vervolgen, zullen wij dan niet zoeken naar wat onze taak daarin kan zijn? Spurgeons preken werden in zijn tijd op maandagmorgen al naar Amerika overgeseind, met gebruikmaking van de nieuwerwetse telegraaf. Nu al profiteren zendings- en ontwikkelingsorganisaties van de kosten- en tijdbesparende mogelijkheden van e-mail, van de wereldwijde toegang tot bronnen bij de vertaling van de Bijbel.De nieuwe ”Via Appia” van internet voert ons door een wereld vol van kennis. Wij moeten en kunnen daarop koers houden wanneer we die ándere ’kennismaatschappij’ als reisdoel in het oog en in het hart houden: „een nieuwe aarde, die vol van de kennis des HEEREN zal zijn.”
De auteur is docent informatie- en communicatietechnologie aan het roc Flevoland.