Dat concludeert het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) in een rapport dat vandaag werd gepubliceerd.

De totale bouwproductie groeit dit jaar naar verwachting met 1 procent. Dat komt voornamelijk door een herstel op de woningmarkt. Het EIB verwacht dat de woningbouwproductie dit jaar met 5 procent toeneemt – zowel in de nieuwbouw als in de herstel- en verbouwsector. Op de renovatiemarkt speelt de verlaging van de btw die het kabinet heeft doorgevoerd een gunstige rol, aldus het EIB. Het aantal huisopleveringen kan volgens het instituut stijgen van 56.000 nieuwe woningen vorig jaar naar 64.000 dit jaar. In 2015 zouden 75.000 woningen worden voltooid. Daarna dalen de aantallen weer wat.

De utiliteitsbouw –voor gebouwen die geen woonbestemming hebben, zoals winkels en ziekenhuizen–, en de grond-, water- en wegenbouw zullen volgens EIB nog een bescheiden krimp laten zien door de bezuinigingen van overheden.

De utiliteitsbouw blijft daarnaast de komende jaren onder druk staan door de overcapaciteit van kantoren. Dat er relatief veel kantoren leegstaan, heeft onder andere te maken met het nieuwe werken: meer mensen werken vanuit huis of elders in het land. Per werknemer zijn daardoor gemiddeld minder vierkante meters nodig.

Het EIB voorziet voor deze sector een verdere daling met 2 procent, nadat de productie al met bijna een kwart is gedaald tijdens de crisisjaren. „We zullen eerst een periode van herstructurering en sloop tegemoet gaan voordat de markt weer meer in evenwicht komt”, aldus het instituut.

Vanaf 2012 laat de bouw een stevig herstel zien. EIB: „Verschillende indicatoren wijzen in de richting van herstel van de woningbouw. De orderportefeuilles van architecten zitten al twee achtereenvolgende kwartalen in de lift, de orderportefeuilles bij de bouwbedrijven zijn licht toegenomen, de woningbouwvergunningen vanuit marktpartijen trekken aan en de verkopen van nieuwe woningen stegen in het afgelopen jaar ook duidelijk.”

De afgelopen twee jaren waren historisch gezien zeer zwaar voor de bouw. Ruim 2000 bouwbedrijven gingen failliet en de werkgelegenheid liep stevig terug.

Net als in andere sectoren lijkt het werkgelegenheidsverlies in de bouw „relatief sterk te zijn neergeslagen in de flexibele schil van zzp’ers en nog meer van uitzendkrachten.” De werkgelegenheid zal dit jaar nog iets teruglopen, daarna zijn gedetacheerden en uitzendkrachten de eersten die profiteren van het herstel.