‘Dioxinebedrijf’ ook verdacht van fraude
KIEL (ANP/DPA) – Het Duitse bedrijf Harles und Jentzsch, dat onder vuur ligt omdat het vergiftigd veevoer op de markt heeft gebracht, wordt nu ook beschuldigd van belastingontduiking. Een woordvoerder van het ministerie van Landbouw van de deelstaat Nedersaksen heeft vrijdag berichtgeving hierover in Duitse media bevestigd.
Eerder nam Ilse Aigner, de federale minister van Landbouw de woorden „crimineel” en „volstrekt onverantwoordelijk” in de mond toen zij over het bedrijf sprak. Zij reageerde geschokt op nieuwe informatie die vrijdag naar buiten kwam. Het bedrijf zou in maart 2010 al hebben geweten dat de dioxinewaardes dubbel zo hoog waren als toegestaan. Maar Harles und Jentzsch verzuimde toen de autoriteiten op de hoogte te stellen.
Het dioxineschandaal werd vrijdag met het uur omvangrijker. Dat kwam mede door een onderzoek dat de Noord-Duitse deelstaat Sleeswijk-Holstein naar buiten bracht. Vetten die Harles und Jentzsch voor de veevoederindustrie produceerde, hebben de toegestane dioxinewaarde in veel grotere mate mate overschreden dan werd gedacht. De overschrijding bij de geteste monsters liep op tot bijna 78 keer zo veel als de maximale geoorloofde hoeveelheid.
Harles und Jentzsch bracht de dioxinekwestie pas eind december naar buiten. Volgens de Duitse regering is het kankerverwekkende gif in maximaal 150.000 ton pluimvee- en varkensvoer terechtgekomen. Inmiddels zijn meer dan 4700 boerderijen in Duitsland, voornamelijk varkenshouderijen, uit voorzorg op slot gedaan.
Hoe de dioxine in het veevoervet terechtkwam, is nog onduidelijk. Mogelijk was het vet dat Harles und Jentzsch van biodieselproducent Petrotec kocht giftig. Dit laatste bedrijf verwerkt onder meer oud frituurvet uit snackbars. De komende weken wordt onderzocht of Petrotec gebruikte vetten heeft gekocht die een te hoog dioxinegehalte hadden.