EU: obligatiehouder moet betalen voor bankredding
BRUSSEL (ANP/RTR) – Als het aan de Europese Commissie ligt, moeten obligatiehouders in de toekomst kunnen worden gedwongen om mee te betalen aan het overeind houden van een bank. Een conceptvoorstel van de commissie, dat deze week is onthuld, geeft toezichthouders hiervoor bevoegdheden.
Tijdens de financiële crisis in 2008 zijn veel grote banken in Europa overeind gehouden door overheden. Dit werd betaald door belastingbetalers, via de kapitaalinjecties van overheden en aandeelhouders, die de waarde van hun bezittingen zagen kelderen.
Andere geldverstrekkers van banken bleven buiten schot. Vooral obligatiehouders hadden baat bij de reddingsacties. Als een bank failliet was gegaan, hadden ze namelijk wel een verlies moeten incasseren.
„We moeten een systeem invoeren dat garandeert dat Europa goed voorbereid is om om te gaan met het omvallen van banken, zonder dat weer een beroep wordt gedaan op belastingbetalers om de kosten te betalen”, zei eurocommissaris Michel Barnier (Interne Markt).
Een manier waarop obligatiehouders een bijdrage kunnen leveren aan een bankredding, is door middel van een omzetting van hun leningen in aandelen. Hierdoor wordt het kapitaal van een bank vergroot en de schuld teruggebracht.
In de financiële wereld is al een lening, de contingent converteerbare obligatie, of ‘coco’, ontwikkeld die iets dergelijks automatisch doet. Deze lening wordt omgezet in aandelenkapitaal als de kapitaalpositie van de bank onder een bepaalde drempel zakt. Rabobank is vooralsnog de enige bank die een dergelijke lening heeft uitgegeven.
Het zijn vooral institutionele investeerders, zoals pensioenfondsen en verzekeraars, die beleggen in bankobligaties. De Europese obligatiemarkt wordt gedomineerd door staatsobligaties. Van het deel bedrijfsobligaties maken bankobligaties een groot stuk uit.