„EU moet meer invloed hebben”
DEN HAAG (ANP) – De Europese Unie moet meer te zeggen krijgen over het economisch beleid van de afzonderlijke lidstaten. Daarvoor pleit Chris Buijink, de hoogste ambtenaar van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (EL&I) in het traditionele nieuwjaarsartikel van het economenvakblad ESB.
De Europese Unie heeft ons land al veel welvaart gebracht en verdere versterking van de interne markt zal die vergroten, aldus Buijink.
Hij vindt dat de lidstaten elkaar niet alleen de maat moeten nemen bij het financiële tekort van de overheid, maar het hele economische beleid daarin moeten betrekken. Als dat beleid onvoldoende gericht is op economische groei, kan de Europese Unie wat Buijink betreft ingrijpen.
De oplopende tekorten van Griekenland, Portugal en Spanje zijn niet alleen terug te voeren op het budgettaire beleid, maar hangen ook nauw samen met een kwetsbare economische structuur, schrijft de secretaris-generaal van het ministerie van EL&I. Hij plaatst een groot vraagteken achter het nut van het opleggen van boetes aan landen die financieel aan de grond zitten. Wel kan „tijdelijke selectieve ontneming van stemrecht” een goede stok achter de deur zijn om landen zo ver te krijgen dat ze hun economie hervormen.
Toepassing van dit systeem zou voor bijvoorbeeld Portugal kunnen betekenen dat wordt vastgesteld dat de loonkosten per eenheid product te hoog zijn, het opleidingsniveau van de beroepsbevolking te laag is en dat de arbeidsmarkt niet flexibel genoeg is. Dat kan worden vertaald in aanbevelingen met concrete cijfers. De voortgang is dan meetbaar en de lidstaat kan dan worden afgerekend op het resultaat, aldus Buijink.
Het Centraal Planbureau becijferde in 2008 dat de Europese Unie de Nederlander gemiddeld 2000 euro per jaar oplevert. De Europese Commissie heeft recent berekend dat verdere voltooiing van de interne markt kan leiden tot in totaal 4 procent extra economische groei in de Europese Unie in de komende tien jaar. Voor Nederland zal dat cijfer hoger uitvallen, omdat ons land naar verhouding veel exporteert en onze welvaart nauw verbonden is met het wel en wee van Europa.
Buijink wil dat bedrijven veel meer mogelijkheden krijgen om eenvoudig in alle lidstaten te ondernemen en hun producten en diensten te verkopen. Met het Europees patent zijn we al goed op weg, vindt Buijink.
Een kopgroep van achttien landen, waaronder Nederland, Groot-Brittannië, Duitsland en Frankrijk, wil een gezamenlijk patent invoeren. Nu liggen de kosten voor een patent in de Europese Unie nog tien keer hoger dan in de VS en Japan.
Ook op andere punten moet de interne markt worden versterkt, aldus de topambtenaar: „Het is niet meer van deze tijd dat een Nederlandse vrachtwagenchauffeur op de terugweg van Spanje geen vracht mag vervoeren naar Frankrijk.”
Ook wijst Buijink erop dat een Nederlandse consument wel een cd kan bestellen in Groot-Brittannië via een bedrijf dat het schijfje opstuurt, maar geen muziek mag downloaden van de Britse website van iTunes.