De 62-jarige voorzitter van het college van bestuur van het Hoornbeeck en het Van Lodenstein College in Amersfoort heeft een ruime politieke ervaring. In de jaren negentig van de vorige eeuw was hij eerst raadslid en later wethouder voor de SGP in zijn woonplaats Maartensdijk. Rond de eeuwwisseling stapte hij over naar de Utrechtse Staten, waarin hij tot 2007 actief was. Behalve hoofdbestuurslid van de SGP (sinds 2006) is Van Leeuwen ouderling in de hersteld hervormde gemeente in Maartensdijk.

Ziet u ertegen op om het partijvoorzitterschap op u te nemen?

„Het verraste me een beetje dat ik uit de stemming in het bestuur als kandidaat naar voren kwam. Ik ervaar het als een grote verantwoordelijkheid die ik mag overnemen van Kolijn, die zijn functie op buitengewoon respectvolle wijze heeft vervuld. De taak had ik ook niet op me kunnen nemen als ik niet in een geleidelijke afronding zou zitten van mijn hoofdfunctie op de scholen.”

Welke accenten wilt u gaan leggen als u het partijvoorzitterschap straks op u neemt?

„Graag wil ik, net als Kolijn, samenbindend bezig zijn. Daarnaast vind ik dat de partij naar buiten gericht moet zijn. Vanuit onze rijke christelijke, calvinistische traditie hebben we een boodschap voor de samenleving. Namelijk dat alleen Gods Woord onze op drift geraakte maatschappij perspectief kan bieden. „Vrees God”, zegt de Prediker, „en houd Zijn geboden, want dit betaamt alle mensen.” Alle SGP’ers zouden ambassadeur van die boodschap moeten zijn.

Ten slotte hoop ik, samen met anderen, de partijorganisatie verder te verbeteren en de betrokkenheid van de leden te versterken. Nadrukkelijk inzetten op toerusting en kadervorming, juist om ons geluid goed naar buiten uit te kunnen dragen.”

Gaat het partijdebat over het vrouwenstandpunt onder uw leiding door, of wilt u dat liever niet?

„Over de plaats van de vrouw in de politiek hebben we in de achterliggende jaren een intensieve discussie gevoerd. Dat is een zorgvuldig proces geweest waarbij alle geluiden zijn gehoord. Maar we zouden onze interne discussies eens in het licht moeten houden van de ontwikkelingen om ons heen, zoals de voortgaande secularisatie en de islamisering. Als we vinden dat we naar buiten gericht moeten zijn, dan moeten we interne discussies niet weer aanwakkeren.

Het debat over de islam moeten we zorgvuldig voeren. In de unverfroren stellingname van de PVV kan ik me niet vinden.”

Het kabinet moet van de Hoge Raad maatregelen nemen tegen de SGP wegens vrouwendiscriminatie. Wat verwacht u daarvan?

„Daar ligt een grote zorg. Maar de Heere regeert. Onze zorgen mogen we in afhankelijkheid bij Hem neerleggen. Wel vind ik dat eenieder die de SGP van het tapijt wil vegen, de weg kwijt is.”

Hoe staat u tegenover samenwerking met de ChristenUnie?

„We moeten niet tegenover elkaar staan. Met behoud van ieders eigenheid moeten we proberen samen te werken waar dat kan.”