Commentaar: Opmars islam bedreigt christenen
Geen nieuws. Met die twee woorden kan men vrij gemakkelijk de ranglijst van landen waar christenen worden vervolgd, terzijde schuiven.
Noord-Korea staat nog steeds bovenaan en als christen doe je er niet verstandig aan om naar het Midden-Oosten te verhuizen. Maar dat weten we al jaren. In islamitische landen word je op zijn best geduld.
Wie echter de situatie in moslimlanden beziet over een lange reeks van jaren komt tot de ontdekking dat er wel degelijk een ingrijpende verandering is gekomen in de positie van christenen. Zo behoorde een eeuw geleden een vijfde van de volken van het Nabije-Oosten tot het christendom; nu is dat geslonken tot minder dan 5 procent. Met name de laatste tien, twintig jaar hebben er zich grote verschuivingen voorgedaan.
Een sprekend voorbeeld is de situatie van christenen in Irak. Het regiem van dictator Saddam Hussein was voor de bevolking van dat land verschrikkelijk. Maar in die tijd waren christenen wel betrekkelijk veilig.
Nu is dat totaal anders. Christenen in Irak worden zwaar vervolgd. Meer dan 2000 zijn er de laatste jaren door islamieten omgebracht. Bagdad kende vijftien jaar geleden een bloeiende christelijke gemeente. Nu zijn vrijwel alle christenen uit de stad gevlucht.
De aanslag op de koptische kerk in Alexandrië, enkele dagen geleden, illustreert hoe gebeten fanatieke moslims in Egypte zijn op hun christelijke medeburgers. De spanningen tussen beide groepen zijn groot. Bijna niemand in Caïro kan zich nog voorstellen dat in 1973 een koptisch christen het Egyptische leger aanvoerde in de strijd tegen Israël of dat de Egyptische belangen in de internationale wereld werden behartigd door een christen. Toch behoorde de bekende diplomaat Boutros Boutros-Ghali tot de koptische kerk.
Als moslims hun verzet tegen het christendom verdedigen, gebruiken ze vaak het argument dat het christelijk geloof een product is van het westers kolonialisme. Dat gaat echter niet op. De Koptische Kerk bestaat al bijna 2000 jaar en de christelijke gemeente in Bagdad ongeveer net zo lang.
Met het benadrukken dat het christendom een ‘artikel’ is van het westers imperialisme proberen fanatieke moslims ook duidelijk te maken dat iemand die van de islam overgaat naar het christendom feitelijk kiest voor decadentie. Om dat te illustreren verwijzen ze met graagte naar de morele staat van het christelijke Europa. Hoewel het identificeren van christendom met decadentie niet terecht is, hebben islamieten wel een punt als ze aanmerkingen maken op het cultureel verval in het Westen.
De overtuigde moslims in het Midden-Oosten dulden geen christenen naast zich, terwijl die historisch gezien minstens zo veel rechten hebben op een plaats in die samenleving als de aanhangers van de islam. Dat tekent de onverdraagzaamheid van de islam.
Steeds weer proberen politici en opinieleiders te benadrukken hoe verdraagzaam moslims kunnen zijn. Er zijn er inderdaad die dat kunnen. Maar de geschiedenis van het Nabije Oosten belooft niet veel goed voor die landen waar de islam in opmars is.