Tijdens het proces beschreef Pena Soltren hoe hij en drie handlangers het vliegtuig van maatschappij Pan Am hadden gekaapt. Het toestel was met ongeveer honderd passagiers onderweg van New York naar Puerto Rico. Anderhalf uur na vertrek zette Pena Soltren een mes op de keel van een stewardess en dreigde hij met een pistool. De wapens had hij in een tas aan boord van het vliegtuig weten te krijgen.

Pena Soltren wilde in Cuba zijn zieke vader bezoeken. Na de kaping leefde de man meer dan veertig jaar lang in de communistische staat. Twee medeplichtigen waren in de jaren zeventig veroordeeld tot celstraffen van vijftien en twaalf jaar. Ze zijn al geruime tijd op vrije voeten. Een andere verdachte werd vrijgesproken.

„Deze straf maakt duidelijk dat het recht zal zegevieren, hoe lang het ook duurt. Dit was een gruwelijke misdaad en de straf is passend”, liet het Openbaar Ministerie in Manhattan in een reactie weten.