Mensen met dementie kunnen langer thuis wonen dankzij aanpassingen
Angst, eenzaamheid, frustratie en verdriet; dementie heeft een grote impact. Niet alleen op de persoon in kwestie, maar ook op zijn familie en vrienden. Bij de dementerende vervaagt bestaande kennis en verdwijnen steeds meer aanknopingspunten die nodig zijn om iets te begrijpen. De woonomgeving wordt hierdoor voortdurend als nieuw ervaren. Op den duur dringt de vraag zich op of thuisblijven nog wel verstandig is.
Volgens dr. ir. Joost van Hoof kan het moment van verhuizen uitgesteld worden door enkele „eenvoudige” aanpassingen aan de woning. Van Hoof houdt zich al jaren bezig met vraagstukken op het gebied van wonen, techniek en ouderen met dementie. Onlangs promoveerde hij aan de Technische Universiteit Eindhoven. In zijn proefschrift komt aan bod hoe door woningaanpassingen de veiligheid en het welbevinden van ouderen met dementie én hun mantelzorgers verbeterd kan worden. Veel hoeft dat niet te kosten volgens de studie, hooguit eenmalig 2000 euro, terwijl opname in een verpleeghuis volgens een berekening van het ministerie van VWS jaarlijks ongeveer 16.000 euro opslokt.
Kernwoorden in Van Hoofs visie zijn „comfort, veiligheid, structuur en herkenbaarheid.” „Een goed binnenklimaat en een juiste verlichting kunnen ervoor zorgen dat mensen met dementie zo’n twee tot drie jaar langer thuis blijven wonen. Zij voelen zich hierdoor minder rusteloos en agressief.”
Het is voor de doorsnee Nederlander ondoenlijk om Van Hoofs Engelstalige dissertatie door te spitten. Daarom ontwikkelde de onderzoeker in samenwerking met Alzheimer Nederland, Hogeschool Utrecht en kenniscentrum Vilans de website thuiswonenmetdementie.nl, waar talrijke praktische tips te vinden zijn. Per ruimte wordt aangegeven welke aanpassingen bijdragen aan een aangename en veilige omgeving. Onder meer over de eerdergenoemde juiste verlichting. Van Hoof beveelt een hogere verlichtingssterkte en kleurtemperatuur aan dan meestal gebruikelijk is. Onder het kopje ”Licht, lucht & warmte” staat te lezen: „Een lichtniveau van 1000 tot 2500 lux is aan te bevelen voor activiteiten in de woonkamer, vooral in de zone waar u zit. Voldoende licht draagt bij aan een normaal dag/nachtritme en maakt het makkelijker om goed te zien. Het best is een tl-verlichting met een zogenaamde kleurtemperatuur van 6500 Kelvin. Deze waarde is bekend bij iedere lampenzaak. De kleur van deze tl lijkt op die van daglicht en heeft een enigszins blauwe gloed.” Ter vergelijking: de verlichting van een gemiddeld kantoorpand ligt rond de 2500 Kelvin.
De onderzoeker beseft dat de huisinrichting niet het een en al is. Of opname noodzakelijk is „hangt vooral af van het uithoudingsvermogen van familie en vrienden die de zorg op zich hebben genomen.”
Dit laat onverlet dat er qua leefomgeving nog een wereld te winnen is, meent Van Hoof. „Vandaag de dag is er een kwantitatief en een kwalitatief tekort aan aangepaste woningen die het langer thuis wonen kunnen ondersteunen.”